Hij noemt onder andere de milieuregelgeving en –handhaving in Nederland goed op orde. Het in Nederland gevoerde beleid wordt gebaseerd op onafhankelijk onderzoek; iets waar veel andere OESO landen van kunnen leren, volgens Upton. Ook is Nederland een van de best presterende OESO-landen op het terrein van afvalmanagement waarbij ambitieuze doelen worden gehaald tegen relatief lage kosten.
Dijksma: 'We kunnen met een OESO-rapport een mooi compliment in onze zak steken, zo vlak voor de klimaattop in Parijs begint. OESO houdt ons een spiegel voor, die ons niet alleen laat zien wat we nu al goed doen, maar ook wat beter kan en moet. Bijvoorbeeld als het gaat om de kwaliteit van ons water, bodem en lucht. Daar is werk aan de winkel.'
De OESO wijst o.a. op de grote afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in de Nederlandse energiehuishouding en de dreigende druk als gevolg van toenemend verkeer en van de intensieve veehouderij. Hoewel het percentage schone energie is gegroeid naar 4,2% (2013) blijft het aandeel hernieuwbare energie nog achter bij de doelen die Nederland daarvoor zelf heeft gesteld in het Energieakkoord. In 2014 was het aandeel hernieuwbare energie gegroeid naar 5,6% en Nederland wil in 2020 14% en in 2023 16% hernieuwbare energie gebruiken.