donderdag, 12. mei 2016 - 14:06 Update: 12-05-2016 22:07

Vrouw (31) krijgt drie jaar cel voor doden baby

Celstraf voor ombrengen baby
Foto: Archief EHF
Alkmaar

De rechtbank heeft 3 jaar gevangenisstraf, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 10 jaar opgelegd aan een 31-jarige vrouw uit Alkmaar. De rechtbank acht bewezen dat verdachte haar pasgeboren baby om het leven heeft gebracht door haar in een badje met water te doen en haar vervolgens alleen in het badje achter te laten.

Zij heeft de baby in het badje niet ondersteund, niet vastgehouden en heeft het hoofdje niet boven water gehouden, als gevolg waarvan haar baby is komen te overlijden. Vervolgens heeft zij het babylijkje verborgen. Gedurende een periode van 8 jaar heeft zij niet alleen dit babylijkje verborgen, maar tevens de lijkjes van haar twee andere pasgeboren kinderen.

Opzet en kinderdoodslag

Er is geen bewijs dat verdachte willens en wetens (met volle opzet) haar pasgeboren baby om het leven heeft gebracht. De rechtbank is van oordeel dat verdachte wel het voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van haar kind; verdachte wist dat de kans groot was dat haar handelen/nalaten een bepaald gevolg zou kunnen hebben en heeft dat gevolg op de koop toe genomen. Het is een feit van algemene bekendheid dat je pasgeboren baby’s niet alleen in bad kunt achterlaten met het oog op verdrinkingsgevaar. Verdachte heeft haar twee zoons regelmatig in bad gedaan en zij weet dat je zulke kleine kinderen niet alleen in bad kunt laten. Door dat toch te doen heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de baby door haar handelen en nalaten zou komen te overlijden.

De rechtbank acht op grond van de verklaringen van verdachte bewezen dat verdachte haar baby heeft gedood onder invloed van vrees voor ontdekking van haar bevalling. Daarom is hier sprake van een bijzondere vorm van doodslag, namelijk door de moeder (onder invloed van de genoemde gemoedstoestand) als ‘kinderdoodslag’.

Strafmaat

De rechtbank komt tot een iets lagere vrijheidsstraf dan de officier van justitie heeft gevorderd omdat de rechtbank tot bewezenverklaring van kinderdoodslag en niet van doodslag komt. De wetgever heeft bepaald dat, vanwege de eerdergenoemde gemoedstoestand van de moeder waarin het delict wordt gepleegd, ‘kinderdoodslag’ minder strafwaardig is dan ‘doodslag’.

De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf de ernst van de feiten vooropgesteld. Verdachte heeft haar pasgeboren baby van het leven beroofd en drie babylijkjes verborgen. De feiten hebben, getuige de aandacht van en de vele reacties in de media, een schok veroorzaakt in de samenleving, die ontdaan heeft gereageerd op de vondst van de drie dode baby’s. Ook het leed van de vaders, die niet hebben geweten dat verdachte toentertijd zwanger was van hun kind, is meegewogen.

Verdachte is ten aanzien van de kinderdoodslag volledig toerekeningsvatbaar. Ten aanzien van het verbergen van de drie babylijkjes wordt verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht.

Ten gunste van verdachte is verder meegewogen dat zij niet eerder voor enig strafbaar feit tot een vrijheidsbenemende straf is veroordeeld. 

Categorie:
Provincie:
Tag(s):