Dat bevestigt de conclusie dat het ongeluk is veroorzaakt door een technisch mankement. De bestuurder van de boot valt niets te verwijten. Daarom heeft het OM Den Haag definitief besloten om de zaak te seponeren.
Op de noodlottige dag voer een vader met zijn vrouw, hun drie kinderen en een vriendje van zijn zoon – het latere slachtoffertje – in zijn sloep over de Reeuwijkse Plassen. Op enig moment legde hij de boot stil zodat de kinderen het water in en uit konden. Dit deed hij – zoals gebruikelijk - door de boot kort in zijn achteruit te zetten, vervolgens in zijn vrij en de motor uit te doen. Twee kinderen – zijn 6-jarige zoon en het latere slachtoffertje – lagen achter de boot in het water, zodat zij op een boei konden worden voortgetrokken door de varende boot.
Toen de vader de boot weer startte en in zijn vooruit zette, voer deze echter achteruit in de richting van de jongens. De vader sprong overboord om de kinderen uit het water te halen en zijn oudste zoon zette de motor uit. Maar het negenjarige jongetje bleek al zodanig verwond door de schroef van de boot dat hij daaraan is overleden.
Technisch onderzoek van de verkeersongevallendienst toonde aan dat de plastic behuizing van de zogeheten keerkoppeling was afgebroken, waarschijnlijk op het moment dat de vader de boot kort in zijn achteruit zette om tot stilstand te komen. Vanaf dat moment kon er feitelijk niet meer geschakeld worden. Dus toen de vader de boot weer startte en in zijn vooruit schakelde, voer deze in de richting waarin keerkoppeling was blijven staan, namelijk achteruit. De vader wist niet dat de behuizing van de keerkoppeling was afgebroken en kon dat ook niet weten.
Als onderdeel van het onderzoek heeft de politie achttien getuigen gehoord. Zo is een duidelijk beeld verkregen van het verloop van gebeurtenissen. Drie getuigen (die bij elkaar in een andere, verderop gelegen boot zaten) verklaarden dat er een jongen aan het roer stond. Het lijkt erop dat deze drie de oudste zoon hebben aangezien voor de bestuurder, toen deze de motor afzette nadat zijn vader in het water sprong.
Het technisch onderzoek heeft eveneens aangetoond dat eerder een niet goed uitgevoerde reparatie is verricht aan de keerkoppeling. Daarbij is een nieuwe schakelkabel geplaatst die een fractie dikker was dan de originele kabel. Door de iets dikkere kabel kwam er spanning te staan op de plastic behuizing. Mogelijk is daardoor deze plastic behuizing afgebroken.
De reparatiegeschiedenis van de boot is nagetrokken om na te gaan wie deze reparatie heeft verricht. In dat kader zijn onder meer vier reparateurs als verdachte gehoord. Het is echter niet gelukt vast te stellen wanneer of door wie deze reparatie is uitgevoerd.
Het opsporingsonderzoek is afgesloten en het OM heeft besloten om de zaak tegen de vader definitief te seponeren. De uitkomsten van het onderzoek wijzen op zijn onschuld. De conclusie is dat een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden dit tragische ongeval heeft veroorzaakt.