Ook zijn er acht getuigen gehoord en hieruit blijkt dat direct na de ontdekking van de brand alle ruiten en deuren nog intact waren. Ook bleek er geen brand op de bovenverdieping van het pand te zijn.
Voor de zekerheid heeft de politie nog een regenpijp doorgezaagd die min of meer midden in het pand zat en de enige opening, via het dak, naar buiten was. Hierdoor kon worden uitgesloten dat eventueel vuurwerk via deze pijp in de zaak terecht is gekomen.
De feitelijke brandhaard zat achter in de zaak. Uit het technisch onderzoek kwam vast te staan dat de brand vermoedelijk, door een niet meer vast te stellen technisch mankement, is ontstaan. Al met al is er geen sprake van een strafbaar feit en het pand is dan ook vrijgegeven door de politie.