Computerapparatuur was in 2008 maar liefst 92 procent goedkoper dan in 1996. Computers kosten nu nog geen 10 procent van wat ze in 1996 kostten. Televisie’s, dvd-spelers en recorders, telefoons, fototoestellen en videocamera’s daalden in deze periode met meer dan 70 procent in prijs. Geluidsapparatuur werd 41 procent goedkoper.
Computers en andere consumentenelektronica worden technisch steeds geavanceerder. De computer kan dus meer voor hetzelfde geld. Hierdoor is geen directe prijsvergelijking te maken. Bij het bepalen van de prijsontwikkeling gaat het CBS uit van een gelijkblijvende kwaliteit van de producten. Een kwaliteitsverbetering wordt gezien als een prijsdaling.
In 2004 werd bijvoorbeeld een populaire PC met een Pentium 4 processor verkocht voor 1 000 euro. Vijf jaar later is deze PC al lang niet meer verkrijgbaar en kost een populaire PC met een Core2Duo processor bijvoorbeeld 600 euro. De 'nominale' prijsdaling bedraagt 40 procent. Echter het nieuwe product presteert bijvoorbeeld anderhalf keer beter dan het oude. Voor deze kwaliteitsverbetering wordt gecorrigeerd. Hierdoor kan de ‘reële’ prijsdaling oplopen tot 60 procent.
