In het onderwijs bedroeg het verzuim 4,9 procent (evenals in het tweede kwartaal van 2014), in de zorg en het openbaar bestuur en overheid was dat 4,8 procent (in 2014 nog 4,6 procent). In de horeca was het ziekteverzuim met 2,1 procent het laagst (in 2014 was dat 2 procent).
Werknemers gemiddeld één keer per jaar ziek
Uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit 2014 blijkt dat 43 procent van de werknemers zich in de voorafgaande twaalf maanden wel eens ziek heeft gemeld. Gemiddeld meldden werknemers zich in dat jaar één keer ziek. De gemiddelde verzuimduur per werknemer bedroeg ruim 6 dagen.
De gemiddelde verzuimduur was met 8,5 dagen in 2014 het hoogst onder werknemers in het openbaar bestuur en bij overheidsdiensten. Werknemers in de industrie volgden op de voet, met gemiddeld 8,4 ziektedagen per jaar.
Verzuim in onderwijs: relatief vaak, maar niet lang
Werknemers in het onderwijs verzuimden bijna anderhalf keer zo vaak als het landelijk gemiddelde van alle bedrijfstakken. Maar de gemiddelde verzuimduur lag in deze bedrijfstak nauwelijks hoger dan gemiddeld. Gemiddeld werd 6,6 dagen verzuimd. In het onderwijs wordt dus vaker, maar niet langer verzuimd.
Kwart van de ziekmeldingen heeft met werk te maken
Bijna een kwart van de ziekmeldingen in 2014 kwam naar de eigen inschatting van werknemers (deels) voort uit omstandigheden op het werk. Binnen de bedrijfstak vervoer en opslag was dit aandeel het grootst. Bijna 3 op de 10 verzuimgevallen hadden te maken met het werk. Werknemers binnen deze bedrijfstak meldden zich weliswaar weinig ziek, maar de gemiddelde verzuimduur was met 7,5 dagen relatief hoog.
Ook in de bouw was het ziekteverzuim relatief vaak werkgerelateerd.
Ondanks het hoge ziekteverzuim bij het openbaar bestuur en de overheid, geven werknemers hier in slechts 1 op de 5 gevallen aan dat dit mede te wijten is aan het werk.
Bij driekwart van de ziekmeldingen heeft de oorzaak niets met het werk te maken. Een veel voorkomende reden voor werknemers om zich ziek te melden is griep.