In 2021 meer ziekenhuisopnamen dan in 2020

In 2021 waren er 2,8 miljoen ziekenhuisopnamen. Dat is 9 procent minder dan in 2019, voor de coronapandemie, maar 4 procent meer dan in 2020, het eerste jaar van de coronapandemie. Er waren 60 duizend opnamen met een hoofddiagnose COVID-19 in 2021, 20 duizend meer dan in 2020. In 2021 werden 1,7 miljoen mensen een of meerdere keren in het ziekenhuis opgenomen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Tijdens de coronagolven in 2020 en 2021 werd een deel van de reguliere zorg uitgesteld, verplaatst of vermeden. Mede daardoor waren er minder ziekenhuisopnamen dan in 2019. Het aantal acute klinische opnamen en observaties daalde in 2020 met 7 procent, maar nam in 2021 weer toe met 4 procent. Het aantal niet-acute klinische opnamen daalde in 2020 met 19 procent en nam in 2021 niet toe. De dagopnamen, dat is ook niet-acute planbare zorg, daalden in 2020 met 13 procent, maar namen in 2021 weer wat toe. In 2021 waren er nog 7 procent minder dagopnamen dan in 2019.
Meer opnamen vanwege COVID-19
Er waren 60 duizend opnamen met een hoofddiagnose COVID-19-infectie in 2021, 20 duizend meer dan in 2020. Dit waren voornamelijk patiënten van 45 jaar en ouder. De gemiddelde verpleegduur van klinische opnamen voor COVID-19 steeg van 8,4 naar 9,2 dagen in 2021. Dit is aanzienlijk langer dan de gemiddelde verpleegduur van alle andere diagnosen tezamen, die in beide jaren 5 dagen was.
Hoewel er meer opnamen voor COVID-19 waren in 2021, was de kans op overlijden in het ziekenhuis iets lager dan een jaar eerder. Het aantal overledenen per 100 opnamen (klinische opnamen en observaties) daalde van 15,5 naar 13,9. In 2021 overleden 8 duizend mensen met een hoofddiagnose COVID-19 in het ziekenhuis. In 2020 waren dat er 6 duizend.
In beide jaren werden 50 procent meer mannen dan vrouwen opgenomen voor COVID-19, en de opnamen duurden bij mannen gemiddeld ook langer. Ook kwam bij mannen vaker sterfte voor tijdens ziekenhuisopname voor COVID-19 dan bij vrouwen.
Op 6 januari 2021 werd in Nederland gestart met grootschalig vaccineren tegen COVID-19. Tot eind 2021 hadden 13,3 miljoen mensen een of meerdere COVID-19-vaccinaties gekregen. Het aantal opnamen met bijwerkingen van vaccinaties en andere stoffen als nevendiagnose steeg van 330 in 2020 naar 1 265 in 2021. Binnen deze groep werd in 2021 bij 875 opnamen bijwerkingen van COVID-19-vaccinatie geregistreerd als nevendiagnose.
Nieuwvormingen meest voorkomende hoofddiagnose
Net als in voorgaande jaren kwamen opnamen met hoofddiagnose nieuwvormingen, waaronder kwaadaardige nieuwvormingen (kankers), het meeste voor. Het aantal opnamen voor nieuwvormingen steeg in 2021 met 7 procent tot 580 duizend en was daarmee vergelijkbaar met het aantal opnamen in 2019, voor de coronapandemie: 576 duizend.
De stijging van het totaal aantal opnamen bij nieuwvormingen komt vooral door de stijging van het aantal dagopnamen voor kwaadaardige nieuwvormingen. Het aantal klinische opnamen neemt sinds 2017 geleidelijk af, terwijl het aantal dagopnamen al sinds 2015 stijgt. Na een beperkte daling in 2020 lijken in 2021 de opnamen weer het patroon van de voorgaande jaren te volgen.