Dat staat in het onderzoeksrapport ‘Fraudeurs gevangen in facts en figures’ van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) van het Verbond van Verzekeraars. Geregistreerde oplichters frauderen veruit het vaakst met verzekeringen voor motorrijtuigen, gevolgd door brandverzekeringen (opstal en inboedel) en aansprakelijkheidsverzekeringen. Zwendel met reisverzekeringen staat op de vierde plaats.
Verzekeraars hebben de maatschappelijke verantwoordelijkheid om fraude met verzekeringen te voorkomen en te bestrijden. De verzekeringsmarkt wil zich beter kunnen wapenen tegen (potentiële) fraudeurs, die verzekeraars en hun klanten op onnodige kosten jagen. Daarom wil het CBV zich met dit onderzoek een beter beeld vormen van verzekeringsfraude in brede zin: wat zijn kenmerken van een fraudeur en zijn die bij alle soorten verzekeringen gelijk?
Het CBV heeft vele miljoenen claimregistraties gecombineerd met gegevens over ruim 17.500 personen die in het landelijk waarschuwingssysteem van verzekeraars staan. Meer gedetailleerde informatie is nodig om een nog completer inzicht te krijgen. Het vroeg kunnen herkennen van fraude-signalen en voorkomen van verzekeringsfraude is in het belang van alle bonafide verzekerden. In 2014 spoorden verzekeraars dagelijks gemiddeld 21 fraudeurs op waarmee (ook dagelijks) 270.000 euro werd bespaard. De precieze omvang van verzekeringsfraude is lastig vast te stellen, maar loopt in de honderden miljoenen euro’s. Door verzekeringsfraude is een gemiddeld huishouden jaarlijks vermoedelijk 100 euro meer aan premie kwijt dan nodig.