De dode baby werd op 29 januari 2006 door spelende kinderen gevonden in een vijver in Doetinchem en kreeg de naam Sem Vijverberg. Ondanks dat de politie veel capaciteit besteedde aan de zaak en daarbij meerdere keren de hulp van burgers vroeg, bleef lang onduidelijk wie de moeder was van het jongetje. In september 2022 werd, na hernieuwde aandacht in 2021, een vrouw uit Doetinchem aangehouden en bleek uit DNA onderzoek dat zij de moeder was.
De vrouw verscheen in mei van dit jaar voor het eerst voor de rechter. Tijdens deze inleidende zitting verklaarde zij geen enkele herinnering te hebben aan zwangerschap of geboorte. Ook vandaag beriep zij zich op geheugenverlies. Het OM ziet in rapporten van deskundigen over het geheugenverlies aanwijzingen dat dit niet authentiek is. Maar of het geheugenverlies nu geveinsd is of niet, doet volgens de officier van justitie eigenlijk niet ter zake. Ook zonder een verklaring van verdachte vindt het OM dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat hier sprake is van neonaticide; doodslag op een baby binnen 24 uur na de geboorte.
Er is vastgesteld dat de moeder als laatste bij het nog levende kindje is geweest, dat in de nabijheid van haar woonadres dood werd aangetroffen. Bovendien had de vrouw een motief; ze wilde geen kind, dat paste ook niet bij haar leven toen ze 22 jaar was. Bij neonaticide is bijna altijd de moeder de dader, zo blijkt uit onderzoek. Het gaat dan vaak om nog thuiswonende twintigers, zonder relatie met de vader van de baby en met een onvolwassen persoonlijkheid. Deze kenmerken zijn volgens de officier van justitie van toepassing op de moeder van Sem.
Daarnaast is er geen reëel scenario denkbaar waarbij de vrouw onschuldig is. Theoretisch is denkbaar dat de pasgeborene is gestolen, of dat de vrouw de pasgeborene te goeder trouw heeft afgegeven aan iemand die het vervolgens heeft gedood, of dat de vrouw de baby ten vondeling heeft gelegd, waarna de vinder het kindje heeft gedood. Al deze scenario’s zijn echter zeer onwaarschijnlijk en er zijn geen verklaringen of sporen die één van deze scenario’s ondersteunen.
Het OM gaat er vanuit dat de vrouw in 2006 werd overvallen door de geboorte van de baby en dat ook haar omgeving niet op de hoogte was van de zwangerschap. ‘’Het is zeer voorstelbaar dat zij op het moment dat zij onverhoeds met een kind en alle verantwoordelijkheid van dien werd geconfronteerd, daardoor overweldigd, in paniek heeft gereageerd met ‘dit wil ik niet, dit moet weg.’ Waarna ze het kind heeft gedood en weggemaakt’’, aldus de officier van justitie.
Dat er in een opwelling en niet met voorbedachte raad is gehandeld, maakt dat het OM niet uitgaat van moord maar van doodslag. Van kinderdoodslag, waarop een lagere strafbedreiging staat, is echter geen sprake. Bij kinderdoodslag wordt een kind gedood uit vrees voor ontdekking van de bevalling. Daarvoor biedt het dossier echter geen aanknopingspunten. Aannemelijk is dat een kind niet in het leven van verdachte paste. Het vooropgestelde motief van de moeder lijkt te zijn dat zij het kind niet wilde hebben. ‘’Dat is nadrukkelijk iets anders dan de vrees voor de ontdekking van de zwangerschap’’, aldus de officier van justitie. Uit onderzoek naar de familierelaties komt bovendien het beeld naar voren dat de familie bereid zou zijn om mee te denken over een oplossing als de ongewenste zwangerschap besproken was, zodat er ook geen reden voor vrees was.
In een zaak waarin een volledig afhankelijk en hulpbehoevend kindje het slachtoffer van doodslag is, past in de visie van het OM geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Er kan niet volstaan worden met een voorwaardelijke gevangenisstraf. ‘’Daarvoor was het slachtoffer te weerloos, het geweld te grof en de impact van deze zaak op de samenleving te groot’’, aldus de officier van justitie.
Dat het feit 18 jaar geleden gepleegd is, werkt enerzijds matigend op de straf. De vrouw was immers nog jong, en het OM gaat uit van een opwelling, een situatie van paniek. Daar staat tegenover dat de vrouw verantwoordelijk is voor de dood van het kindje én voor de enorme impact die dit heeft gehad: ‘’Zij heeft het mysterie rond Sem veroorzaakt en laten bestaan. Al die jaren.’’
De officier van justitie schetste ook het grote contrast in de persoonlijkheid van de verdachte: ‘’Zij wordt omschreven als lief en zorgzaam en een uitstekende leerkracht op een basisschool. Maar tegelijkertijd staat zij hier vandaag terecht voor wat in de kern een gruwelijk delict is: het doden van een kind. Met grof geweld.’’
Het OM realiseert zich dat een gevangenisstraf ingrijpende gevolgen heeft voor de vrouw. De officier van justitie zet daar het belang van normhandhaving in het geval van een levensdelict tegenover: ‘’Normhandhaving is het doel van de strafoplegging in deze zaak. Dat en vergelding. Namens Sem Vijverberg. Want als het OM niet voor hem opkomt, wie dan wel.’’
Alles afwegende vroeg de officier van justitie de rechtbank om de vrouw te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar.