aanhouding te onttrekken. Bij de gebeurtenissen die daar op volgden, hebben de agenten, zo is uit het onderzoek gebleken, op enig moment mogen aannemen dat door verdachten een vuurwapen zou worden gebruikt.
Vervolgens is, op verschillende momenten kort na elkaar, door vijf agenten op of in de richting van de auto van verdachten geschoten. Hierbij is een verdachte gewond geraakt aan het hoofd.
Het onderzoek naar de toedracht van dit schietincident heeft uitgewezen dat het gebruik van het vuurwapen door de agenten in deze situatie gerechtvaardigd was op basis van de Ambtsinstructie. Het schieten was in deze omstandigheden bovendien een niet disproportioneel middel dat ingezet mocht worden om tot aanhouding van de verdachten over te kunnen gaan en tot noodzakelijke zelfverdediging van de agenten.