woensdag, 24. oktober 2012 - 15:15 Update: 08-07-2014 0:45

Mbo dreigt te verschoolsen

Het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs zit in principe goed in elkaar, maar er is ook reden tot zorg. De roc’s dreigen te ‘verschoolsen’ en te ver van de beroepspraktijk af te raken.

Dit concludeert prof. dr. Loek Nieuwenhuis (Open Universiteit) op basis van internationaal literatuuronderzoek, gefinancierd door NWO. ‘Als we vakmanschap belangrijk vinden in Nederland, moeten we daarmee consequenter omgaan in de lesprogramma’s.’

Het mbo moet mensen voorbereiden op een volwaardige deelname aan de maatschappij en hen een startkwalificatie verschaffen. Roc’s (regionale opleidingscentra) spelen daarnaast een belangrijke rol in het onderhoud van vakmanschap en in het wegwerken van tekortkomingen in eerdere opleidingen. Nieuwenhuis bekeek met zijn onderzoeksteam een groot aantal internationale wetenschappelijke studies om erachter te komen hoe het Nederlandse mbo presteert en welke verbeteringen er denkbaar zijn.

Meer nadruk op praktijk en vakmanschap

Nieuwenhuis: ‘Internationaal gezien zit het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs sterk in elkaar. Het combineert een algemene onderwijsdoelstelling die door de overheid is bepaald én een economische die uit het bedrijfsleven komt. Die combinatie levert goede vakmensen op voor de Nederlandse economie. We hebben hier ook een lage jeugdwerkloosheid ondanks de crisis. Maar ik constateer dat het Nederlandse stelsel dreigt te verschoolsen. Het mbo mag niet richting havo groeien. Onze overheid bepaalt veel, terwijl het bedrijfsleven zich erg afwachtend opstelt. De vraag is welke plek we nu precies voor ons mbo willen in Nederland.’

Voorbereiding op arbeidsmarkt moet meer maatwerk worden

Een tweede conclusie uit het onderzoek is dat het maatwerk dat het onderwijs voor de vele verschillende soorten leerlingen zou moeten leveren, nog niet overal op orde is. ‘Er is nog weinig systematische praktijkkennis. Wat het werkplekleren betreft is er wel theoretische kennis voor handen, maar liggen er nu vooral uitdagingen in het ontwerp van het onderwijs per instelling en in de examinering. Kortere leerwegen van mbo naar hbo én onderwijs dat specifieker op de arbeidsmarkt is afgestemd, zou de maatschappelijke opbrengst van het Nederlandse beroepsonderwijs kunnen verhogen.’

Onderwijskwaliteit omhoog en beter kennis delen

Nieuwenhuis constateert ten slotte dat de onderwijskundige kwaliteit van de roc’s permanent aandacht vereist. ‘Er zijn op termijn te weinig leraren en bovendien blijft de professionalisering achter. Om het onderwijs toegankelijker, doelmatiger en effectiever te maken, moet permanent de vinger aan de pols worden gehouden.

Het vermogen van de roc’s om eigen beleid te voeren behoeft onderhoud en verbetering. Ze moeten goed samenwerken met de bedrijven in hun omgeving en zowel op instellingsniveau als op teamniveau hun lerend vermogen versterken. De wetenschappelijke kennis over leerprocessen moet ook beter doorsijpelen in de beroepsdomeinen, waarin de leraren werkzaam zijn. En de kennis van de werkvloer moet beter doorsijpelen naar de docenten in de klas.’

Achtergrondinformatie

De reviewstudie ‘De creatie van publieke waarde in het mbo’ is gefinancierd door de Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek (PROO), een onderdeel van NWO, en is uitgevoerd door IVA beleid en onderzoek (gelieerd aan de Universiteit van Tilburg) in samenwerking met het GION (Rijksuniversiteit Groningen) en ROA (Universiteit Maastricht). Nieuwenhuis is tevens verbonden aan LOOK, Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek, onderdeel van de Open Universiteit. De PROO laat regelmatig reviewstudies uitvoeren, zodat er meer inzicht komt in ook voor de praktijk bruikbare kennis uit recente wetenschappelijke literatuur.

De volledige studie is de vinden op de PROO-website onder de knop Downloads.
Categorie:
Tag(s):