Krol schreef in de afgelopen decennia meer dan 50 romans, dichtbundels en essays. Hij debuteerde in 1961 met gedichten in literaire tijdschriften en kwam in 1962 met zijn eerste roman 'De rokken van Joy Scheepmaker'. Voor zijn gehele oeuvre ontving hij in 1986 de Constantijn Huygensprijs en in 2001 de P.C. Hooftprijs.
Gerrit Krol was de zoon van leraar Nederlands Idzerd Krol. Krol koos voor een studie wiskunde en begon tijdens zijn studie te werken bij Shell als computerprogrammeur. Later werkte Krol ook nog bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij als systeembeheerder. Na het verschijnen van zijn eerste boek ontwikkelt hij een geheel eigen schrijfstijl waarin hij zijn bèta-achtergrond niet verloochtent. Wiskundige formules en figuren waren regelmatig onderdeel van zijn werk. In 2005 verleende de Vrije Universiteit in Amsterdam hem een eredoctoraat, onder meer vanwege de combinatie van "literaire kwaliteit met theoretische reflectie en inzichten in de wetenschappen".
Onder Krols bekendste titels zijn 'Het gemillimeterde hoofd', 'Maurits en de feiten' en 'De vitalist'. Critici prezen zijn werk om de lichtvoetige en humoristische benadering van serieuze thema's. Uitgever (Querido) Annette Portegies in de media over Krol: 'Querido verliest in Gerrit Krol een scherpzinnige, tegendraadse en geestige auteur, die zijn grote liefdes, de kunst en de wetenschap, in zijn bijzondere oeuvre verenigde en vereeuwigde.'
Krol leed aan de ziekte van Parkinson en was al enige jaren ziek. Hij is 79 jaar geworden.