Verdachte en het slachtoffer kenden elkaar uit het drugsmilieu. Een ruzie om een klein geldbedrag, gerelateerd aan drugs, zou zijn vooraf gegaan aan de levensberoving.
De rechtbank vond doodslag bewezen verklaard maar ontsloeg de verdachte van alle rechtsvervolging omdat sprake zou zijn geweest van noodweerexces. De officier van justitie had vier jaar cel geëist. Het OM stelde hoger beroep in.