Het OM vindt dat de samenleving en de heer Wilders een tijdig rechterlijk antwoord verdienen op de vraag hoe de vrijheid van meningsuiting zich verhoudt tot het discriminatieverbod. Om die reden dringt het OM aan op inhoudelijke behandeling van de zaak.
Pas eind vorige week liet de verdediging de rechtbank weten vandaag geen preliminaire verweren te zullen voeren. Met als argument dat zij haar eerder door drie rechterlijke instanties afgewezen onderzoekswensen nu zelf in eigen beheer wil uitvoeren. Wat het OM betreft, is dat geen reden om een nieuwe, extra zittingsdatum voor de preliminaire verweren in te plannen. Het OM verzoekt de rechtbank om de inhoudelijke behandeling als gepland op 31 oktober 2016 te laten starten.