Bart van de Laar, een indertijd bekende producer van populaire muziek, is op 10 november 1981 neergeschoten. In januari 1983 kwam de verdachte naar voren als mogelijke dader. Aanvankelijk bekende verdachte het slachtoffer te hebben neergeschoten, maar vanaf april 1983 ontkende hij dit. Hij is dit daarna altijd blijven ontkennen.
De rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam hebben verdachte veroordeeld wegens doodslag tot 2 jaar gevangenisstraf en ter beschikking stelling van de regering (tbr, nu tbs geheten). Op 26 mei 2015 heeft de Hoge Raad beslist dat de zaak opnieuw onderzocht moest worden door het gerechtshof Den Haag. De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 30 en 31 mei 2016.
Dit hof is van oordeel dat de door de verdachte afgelegde bekentenissen niet betrouwbaar zijn en niet gebruikt kunnen worden voor het bewijs. Voor het overige is er in feite geen substantieel bewijs dat een direct verband legt tussen de verdachte en het gepleegdemisdrijf. Daarom wordt de verdachte vrijgesproken.