Op 1 januari 2016 waren er bijna 11 miljoen Nederlanders met een autorijbewijs. Onder hen waren 645 duizend rijbewijsbezitters van 75 jaar of ouder, minder dan 6 procent van het totaal aantal mensen met een rijbewijs. Het aantal 75-plussers met een rijbewijs is de afgelopen jaren toegenomen. Dat komt deels doordat er meer ouderen zijn, maar ook het percentage met een rijbewijs is gestegen. In 2014 had 45 procent een rijbewijs, begin dit jaar 49 procent.
Automobilisten en motorrijders vanaf 75 jaar moeten zich elke vijf jaar medisch laten keuren voor verlenging van hun rijbewijs. In 2014 is deze keuringsleeftijd verhoogd van 70 naar 75 jaar.
Autobezit 75-plussers neemt toe
Van de 75-plussers met een autorijbewijs is drie kwart in het bezit van minstens één auto. Het autobezit van 75-plussers is toegenomen. Ze bezitten vaker een auto dan jongeren (18 tot 25 jaar) maar minder vaak dan personen van 25 tot 75. Bijna 8 procent van de 75-plussers heeft een motorrijbewijs, van wie bijna 5 procent zelf een motor heeft.
Bromfiets niet populair bij 75-plussers
Ruim de helft van de 75-plussers heeft een bromfietsrijbewijs. De meesten hebben dat automatisch, doordat ze in bezit zijn van een auto- of motorrijbewijs. Er zijn zo’n 13 duizend 75-plussers met alleen een bromfietsrijbewijs. Een bromfietsrijbewijs geldt voor voertuigen met een bromfietskenteken, zoals snorfietsen, bromfietsen en brommobielen. Slechts 4 procent van de 75-jarigen met een bromfietsrijbewijs was begin 2016 ook eigenaar van één of meer van dit soort voertuigen, in de meeste gevallen een snorfiets.