95% van de Nederlandse bevolking van 13 jaar en ouder gebruikt in een week nieuwsmedia. Slechts 5% van de Nederlanders lijkt dus helemaal geen nieuws via media te volgen. Meer dan de helft van de bevolking (61%) gebruikt op een doorsneedag* minstens één nieuwsmedium en besteedt minstens vijf minuten aaneengesloten aan het gebruik van nieuwsmedia. Op deze manier komt bij de meeste Nederlanders nieuws via televisie (op het moment van uitzending) binnen, namelijk 39% van de bevolking, gevolgd door het krant lezen van papier (27%) en het bezoeken van nieuwssites/-apps (11%). Ondanks het beeld van een alom vertegenwoordigde nieuwe media blijkt een groot deel van de Nederlandse bevolking nog vooral via klassieke kanalen aan nieuws te komen. De jongvolwassenen (20-34 jaar) zijn gretige gebruikers van nieuwssites/-apps, maar haken af bij het lezen van de papieren krant. Bij deze leeftijdsgroep is goed te zien dat het omslagpunt van print naar digitaal reeds is gepasseerd: ze lezen vaker nieuws online. Dit blijkt uit de verdiepende studie Nederlanders en nieuws Gebruik van nieuwsmedia via oude en nieuwe kanalen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waarin dagboekgegevens uit 2015 van bijna 3.000 Nederlanders zijn geanalyseerd. De studie laat zien in hoeverre en langs welke kanalen Nederlanders zich op de hoogte stellen van nieuws en welke verschillen zich daarbij voordoen tussen bevolkingsgroepen.
De 65-plussers, mannen en hoogopgeleiden zijn grootverbruikers van nieuwsmedia
Ouderen houden veelal vast aan de klassieke kanalen om zich op de hoogte te stellen van nieuws. Ze maken relatief weinig gebruik van nieuwssites/-apps. Jongvolwassenen (20-34 jaar) zijn juist gretige gebruikers van nieuwssites/-apps, maar haken af bij het lezen van de papieren krant. De 50-plussers die de krant lezen, besteden daaraan veel tijd (ongeveer een uur) in vergelijking met andere leeftijdsgroepen (minder dan drie kwartier). Nieuws via televisie is voor laagopgeleiden een populaire informatiebron, terwijl hoogopgeleiden juist relatief vaak nieuwssites/-apps bezoeken en nieuwsradio beluisteren. Voor zover aanwezig zijn de verschillen op dit gebied tussen mannen en vrouwen relatief klein. Over het algemeen lezen meer mannen dan vrouwen de digitale krant of bezoeken nieuwssites/-apps. Ook besteden mannen die online nieuwsmedia gebruiken daaraan op een doorsneedag gemiddeld een halfuur meer dan vrouwen.
Nieuwssites en -apps het populairst onder de 20-49-jarigen
Veel Nederlanders stellen zich niet meer (alleen) op de hoogte van nieuws door twintig minuten naar een journaal te kijken of een uur de krant te lezen. Het aantrekkelijke van online nieuwsmediagebruik is dat dit snel en frequent tussendoor gedaan kan worden. Een kleine meerderheid van de Nederlandse bevolking (52%) gebruikt in de loop van de dag (een keer of meerdere keren) kort (< 5 minuten) nieuwssites- of apps. Dat is aanzienlijk meer dan de 11% die we op basis van de dagboekgegevens (momenten die langer dan 5 minuten duren) registreerden. Het kortdurende bezoek van nieuwssites/-apps is vooral populair onder mannen (60%), hoogopgeleiden (62%), 20-34-jarigen (65%) en 35-49-jarigen (60%).
Meer mediawijsheid gaat samen met meer online nieuwsmediagebruik
Goede digitale (informatie)vaardigheden en meer affiniteit met technologie − of breder geformuleerd: meer mediawijsheid − zijn een stimulans voor het gebruik van online nieuwsmedia. Van de Nederlandse bevolking geeft 6% aan (heel) slecht te zijn in het gebruik van internet als informatiebron en 10% dit niet slecht maar ook niet goed te kunnen gebruiken. Onder deze achterblijvers zijn ouderen, laagopgeleiden en vrouwen oververtegenwoordigd. Meer vaardigheden gaan samen met meer online nieuwsmediagebruik. Voor een deel heeft dit te maken met de samenstelling van de groep vaardige gebruikers, maar het vaardighedenniveau heeft ook los van achtergrondkenmerken invloed. Vaardige Nederlanders zijn meer geneigd om online nieuwsmedia te gebruiken dan niet-vaardige Nederlanders, onafhankelijk van hun overige achtergrondkenmerken. Ook technologische affiniteit hangt – los van overige achtergrondkenmerken – samen met het online nieuwsmediagebruik. Mensen met meer affiniteit (de zogenoemde innovators en early adopters) lopen voorop wat betreft online nieuwsmediagebruik.