maandag, 4. februari 2019 - 17:41 Update: 04-02-2019 17:44

Britse burgers niet-ontvankelijk in vorderingen over verblijfsrechten na Brexit

Britse burgers niet-ontvankelijk in vorderingen over verblijfsrechten na Brexit
Foto: Archief EHF
Amsterdam

Vier in Nederland wonende Britse burgers die willen dat de Nederlandse Staat hen juiste informatie verstrekt over hun verblijfsrechten na de Brexit, zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. De voorzieningenrechter oordeelde in kort geding dat niet de civiele, maar de vreemdelingenrechter over hun vorderingen dient te oordelen.

Juiste beoordeling

De vier Britse burgers menen dat zij na de Brexit hun EU-burgerschapsrechten behouden en willen dat de Staat dit garandeert. Ook vinden zij dat de Staat onrechtmatig handelt omdat informatie over de Brexit op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) onjuist is. Zij willen dat de Staat deze informatie aanpast. Voor een juiste beoordeling van hun vorderingen is uitleg nodig van het Europese recht. Daarom had het viertal voorgesteld dat de kortgedingrechter prejudiciële vragen zou stellen aan het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg.

Vreemdelingenrechter

De kortgedingrechter oordeelt dat de vier Britten zich met vorderingen die direct verband houden met hun verblijfspositie in Nederland na de Brexit, moeten wenden tot de hiervoor aangewezen rechter: de vreemdelingenrechter. Met hun vorderingen over het verschaffen van informatie op de website van de IND wensen de vier in wezen een oordeel te krijgen over hun verblijfspositie in Nederland na de Brexit. 

Schade niet aannemelijk

De voorzieningenrechter oordeelt dat het niet aannemelijk is dat zij als gevolg van de (beweerde) onjuiste informatie schade dreigen te lijden. Omdat het de vier ook hier klaarblijkelijk gaat om de vaststelling van hun toekomstige rechtspositie als vreemdeling na de Brexit (en eigenlijk niet om de juistheid van de informatie op de website van de IND), dienen zij ook deze vorderingen in te stellen bij de vreemdelingenrechter. De kortgedingrechter komt dan ook niet toe aan het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie.

Categorie:
Provincie: