woensdag, 11. september 2019 - 17:47 Update: 11-09-2019 17:57

Inzet camera's door politie geaccepteerd maar niet in thuisomgeving

bodycam, politie,
Foto: Printscreen/ YouTube / Politie
Den Haag

Mensen verwachten en accepteren dat de politie gebruik maakt van sensoren -zoals ANPR-camera’s of de bodycam- op drukke, openbare plaatsen en in onveilige situaties. Kritischer zijn zij over het gebruik in veilige situaties en minder publiek toegankelijke ruimtes, zoals de thuisomgeving. De inzet van sensoren moet bovendien transparant gebeuren en het vertrouwen tussen politie en burgers bevorderen. Dit blijkt uit een onderzoek dat het Rathenau Instituut deed op verzoek van de politie.

Kansen

Het gebruik van sensoren is de afgelopen jaren sterk gestegen: camera’s in uitgaansgebieden, parkeergarages die kentekens vastleggen bij in- en uitrijden, een lantaarnpaal die aangaat als het mistig of donker wordt. Nederlandse burgers en bedrijven hebben naar schatting 1,5 miljoen beveiligingscamera’s. Ook politie en gemeenten zetten steeds vaker sensoren in om de leefbaarheid en veiligheid op straat te vergroten. Sensordata bieden veel kansen voor effectieve opsporing en handhaving. Zo kan kentekenherkenning met ANPR-camera’s bijvoorbeeld helpen bij het opsporen van gestolen of vermiste voertuigen.

Zorgvuldig

Het gebruik van sensoren roept ook ethische en maatschappelijke vragen op. ‘We willen graag weten wat de verwachtingen en grenzen van de mensen zijn’, zegt Theo van der Plas, programmadirecteur Digitalisering & Cybercrime. De politie vroeg daarom het Rathenau Instituut onderzoek te doen naar wat in de ogen van de samenleving belangrijk is bij het gebruik van sensoren om de leefbaarheid en veiligheid te bevorderen. In welke situaties verwachten zij dat de politie sensoren gebruikt en wanneer is er aarzeling? Scherper inzicht helpt de politie om sensoren zorgvuldig in te zetten.

Vertrouwen

Uit het onderzoek blijkt dat burgers genuanceerd denken over het gebruik van sensoren ten behoeve van veiligheid. Zij verwachten dat de politie mee gaat met technologische ontwikkelingen op dit gebied. Het onderzoek werd het afgelopen jaar uitgevoerd. Dit leverde bruikbare aspecten die voor de burgers van essentieel belang zijn. ‘De uitkomsten van het onderzoek geven richting aan de manier waarop we sensoren toepassen in het politiewerk. Daar zijn we blij mee. We gaan er bij het ontwikkelen van nieuwe toepassingen nadrukkelijk rekening mee houden’, reageert Theo van der Plas. ‘Belangrijk is dat de ondervraagden van dit onderzoek aangeven vertrouwen te hebben in verantwoord gebruik van sensoren door de politie.’

Opsporen

Vrijwel alle deelnemers vinden het goed dat de politie voor het opsporen van verdachten achteraf camerabeelden van bedrijven bekijkt. Dit geldt ook voor inzet van private camera’s bij opsporingsonderzoeken. Deelnemers zien snellere opsporing van verdachten als voordeel en zijn ook van mening dat camera’s preventief kunnen werken. Dit neemt niet weg dat belangen van politie en burger soms uiteenlopen. Van der Plas: ‘Dat is onontkoombaar. We moeten daarom met de mensen in gesprek blijven.’

Uitleggen

De inzet van sensoren moet duidelijk uitlegbaar zijn aan de samenleving. De politie moet open en transparant communiceren over waarom, waar, wanneer en hoe de sensoren worden ingezet. ‘Van tevoren weten we niet altijd zeker of we de sensoren juist inzetten. Mensen mogen verwachten dat we dat gebruik snel evalueren en daarop indien nodig aanpassingen doen. Dat is nodig om het vertrouwen te behouden.’

Spelregels

De spelregels zijn in het Rathenau- rapport toegespitst op de politie, maar het onderzoek laat zien dat mensen deze spelregels ook belangrijk vinden voor andere overheden, bedrijven en ook medeburgers. Ze gelden zodoende ook voor diverse vormen van sensortoezicht: surveillance, sousveillance en horizontale surveillance.

Categorie:
Provincie:
Blik op 112: