Ten opzichte van de vorige meting van het College uit 2016, is er in de aard en omvang van (vermoedelijke) zwangerschapsdiscriminatie in Nederland opnieuw niets veranderd. In 2016 constateerde het College ook al geen verandering in vergelijking met de resultaten uit het eerste onderzoek over dit onderwerp uit 2012. Daarmee is zwangerschapsdiscriminatie op de Nederlandse arbeidsmarkt in de afgelopen acht jaar een onverminderd groot probleem gebleven. Er is meer inzet nodig om dit vastzittende probleem aan te pakken.
Wat is er onderzocht
In het onderzoek Zwanger en werk: dat baart zorgen heeft het College 1.150 vrouwen die actief zijn op de arbeidsmarkt en in de afgelopen vier jaar een kind kregen, gevraagd of zij bepaalde situaties op of bij het zoeken naar werk hebben meegemaakt, die verband houden met hun zwangerschap of moederschap. Daaruit blijkt dat in alle fases van het arbeidsproces vrouwen een groot risico lopen om te worden gediscrimineerd als gevolg van zwangerschap.
Zwangerschap vaak negatieve impact op carrière
Een zwangerschap heeft grote gevolgen voor vrouwen, niet alleen privé maar zeker ook op het gebied van werk: meer dan een kwart van de werkende en werkzoekende vrouwen met een kind zegt dat hun zwangerschap en/of moederschap (al dan niet vanwege discriminatie) een negatieve impact heeft gehad op hun werkleven. Een op de acht vrouwen die een kind kregen zegt bijvoorbeeld een achterstand in haar carrière te hebben opgelopen ten opzichte van collega’s.
“Sommige vrouwen werken hierdoor onder hun niveau, denken minder salaris te krijgen dan waar ze recht op hebben, of hebben door een zwangerschap een slechtere relatie gekregen met hun leidinggevende”, zegt Adriana van Dooijeweert, voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens. “Door moeder te worden kampen vrouwen soms met problemen om financieel rond te komen, of ervaren ze lichamelijke of psychische klachten”.
Rijksoverheid: neem het voortouw
Het College beveelt de Rijksoverheid, in het bijzonder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, aan om zo snel mogelijk naleving van gelijkebehandelingswetgeving te bevorderen om zwangerschapsdiscriminatie te bestrijden. Van Dooijeweert: “Werkgevers moeten hierbij handvatten hebben om goed op de hoogte zijn van de wetgeving en geholpen worden om op de werkvloer het gesprek te voeren over waar je tegen aan loopt bij het combineren van zwangerschap en werk.
Daarnaast wordt van de overheid gevraagd om zelf het voortouw te nemen om voorlichting over zwangerschap en werk te verbeteren. Dit gaat zowel om voorlichting aan werkgevers als aan werknemers. Voorwaarden voor succesvolle voorlichting zijn een groot bereik, duurzaamheid – dus ook beschikbaar voor de toekomstige generaties moeders – en het op een actieve wijze aanbieden van informatie. Ondanks dat vrouwen zich iets meer zijn gaan verdiepen in hun rechten en plichten over zwangerschap en werk, doet ruim driekwart dit eigenlijk niet of nauwelijks. Maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen om informatievoorziening over zwangerschap en werk voor vrouwen te verbeteren, hebben volgens dit onderzoek nog niet het beoogde effect. Zwangere vrouwen vormen een complexe groep om te bereiken; ieder jaar is er weer een nieuwe generatie aanstaande moeders.
De rol van werkgevers
Zwangerschapsdiscriminatie is zeker niet alleen een probleem van vrouwen, maar juist ook van werkgevers. Het College geeft op basis van het onderzoek een overzicht van de veel voorkomende valkuilen waarbij werkgevers het risico lopen zich schuldig te maken aan zwangerschapsdiscriminatie en geeft daarbij tips om zwangerschap en werk goed te laten verlopen.