donderdag, 3. november 2022 - 16:58 Update: 03-11-2022 17:00

OM eist 17 jaar gevangenisstraf voor doden en wegmaken lichaam

Hamer rechtbank
Alkmaar

Nadat de familie van Eva op 3 februari 2021 melding doet van haar vermissing duurt het nog een jaar voordat duidelijk wordt wat er met Eva is gebeurd. Op 11 februari 2022 wordt verdachte aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de dood van Eva, het verbergen en wegmaken van haar lichaam en de diefstal van haar geld na haar overlijden. Eva is dan al bijna twee jaar niet meer in leven.

“Verdachte heeft Eva van het leven beroofd, een van de ergste feiten dat ons Wetboek van Strafrecht kent. Daar komt echter nog iets bij. Verdachte heeft haar lichaam lange tijd verborgen gehouden en uiteindelijk weggegooid”, aldus de officier. Terwijl de kinderen vermoedden dat er iets met hun moeder was gebeurd, hoonde verdachte dat al die tijd weg. De officier: “Hij verzon verhalen die hij weergaf als de waarheid over de verdwijning van Eva, terwijl hij als enige de waarheid kende. De waarheid die hij niet vertelde, die hij geheim hield. Een last voor hem, maar een nog grotere last voor de nabestaanden van Eva, namelijk de onwetendheid wat er was gebeurd en de hoop dat Eva nog in leven was”.

Uit het onderzoek is voor het OM vast komen te staan dat verdachte Eva begin maart 2020 in haar kamer in Assen door verwurging om het leven heeft gebracht. Dit bekent verdachte ook. Primair wordt hem moord verweten. “Verdachte heeft een verklaring gegeven waarbij er geen sprake is van voorbedachte rade, maar een ogenblikkelijke gemoedsopwelling waarna hij Eva om het leven heeft gebracht. Het ontbreken van concrete aanwijzingen waaruit een moment van bezinning of gelegenheid tot nadenken volgt, kom ik tot de conclusie dat er geen sprake is van voorbedachte rade. Doodslag kan wel daarentegen wel wettig en overtuigend bewezen worden”, aldus de officier.

Vervolgens heeft hij haar in een dakkoffer gelegd en bijna twee jaar lang verborgen gehouden in een garagebox of op een andere plaats.

De officier: “Het verbergen van het lichaam is wat mij betreft mensonterend. Het is een weerzinwekkend gebrek aan respect voor het menselijk lichaam. Dat reken ik hem zwaar aan.”

Totdat verdachte naar eigen zeggen in paniek raakte in begin februari 2022, toen zijn vader de plaats waar hij het lichaam van Eva verborgen hield, wilde opruimen. “Verdachte gaat niet naar de politie om het te vertellen, maar dumpt de dakkoffer met daarin het lichaam van Eva in het water in de hoop dat niemand haar ooit zal vinden.” De officier vindt de term “dumpen” oneerbiedig en respectloos klinken, maar het is volgens haar wel precies wat er gebeurd is. Ook nadat het lichaam van Eva in de dakkoffer wordt aangetroffen in het Oranjekanaal, meldt verdachte zich niet zelf op het bureau. Een aanhouding is uiteindelijk noodzakelijk om enkel in grote lijnen antwoorden te krijgen op wat er met Eva is gebeurd.

Verdachte heeft nadat hij Eva om het leven heeft gebracht, het geld dat op haar rekening binnen kwam er vanaf gehaald om er zelf beter van te worden. Ruim € 5.000,- De officier: “Alsof het ombrengen van Eva en het wegmaken van haar lichaam nog niet genoeg was, neemt hij ook nog weg wat zij nog bezat. Gewetenloos gebruik maken van een bankrekening voor eigen gewin.”

Verdachte wilde niet meewerken aan een onderzoek naar zijn geestvermogens. Daardoor konden er geen conclusies over een eventuele stoornis of recidivegevaar worden gegeven. Dat betekent enerzijds dat er geen mogelijkheden zijn voor het opleggen van een TBS of andere behandeling, maar anderzijds ook niet in zijn voordeel rekening kan worden gehouden met eventueel bestaande stoornissen, waardoor hij verminderd toerekeningsvatbaar zou moeten worden geacht.

Verdachte heeft een strafblad met daarop eerdere veroordelingen voor huiselijk geweld. Het gaat dan om zware mishandeling, mishandeling, bedreiging, wederrechtelijke vrijheidsberoving en vernielingen. De officier: “Verdachte is dus geen onbeschreven blad en heeft recidive op huiselijk geweld, hetgeen strafverzwarend werkt.”

Alles overziende eist de officier een gevangenisstraf voor de duur van 17 jaar. Daarnaast verzoekt de officier de rechtbank - gelet op het advies van de reclassering - om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.

Categorie:
Provincie:
Tag(s):