Snelheidsovertredingen
De meeste verkeersboetes zijn opgelegd voor te hard rijden. Van de in totaal opgelegde aantal boetes 8.153.043 waren dat 6.512.086 voor het overtreden van de maximum snelheid. Dat is een verschil van 129.850 ten opzichte van het jaar daarvoor. Toen waren dat 6.641.936.
Het merendeel van deze verkeersovertredingen wordt geconstateerd met handhaving op kenteken. In 2022 zijn 3.014.680 snelheidsboetes opgelegd na controle met een flitspaal, in 2021 waren dat er 2.830.213. Dat is een stijging van ongeveer 6.5%. Ook zijn 1.340.692 snelheidsovertredingen met mobiele radarsets geconstateerd, tegen 1.509.650 een jaar eerder.
Er is een daling te zien bij het aantal snelheidsovertredingen met trajectcontrolesystemen. Bij de trajectcontroles is in totaal het aantal geconstateerde snelheidsovertredingen gedaald van 2.103.772 naar 2.026.939 in 2022. Dat is een daling van 3,7%. Een mogelijke verklaring hiervoor is het uitstaan van een aantal trajectcontrolesystemen door wegwerkzaamheden, en de drukte op de snelwegen waardoor automobilisten hun snelheid moesten aanpassen.
In november 2022 is een nieuw handhavingsmiddel in gebruik genomen: de flexflitser. Een verplaatsbare flitspaal die ongeveer 2 maanden op één plek blijft staan. In 2022 zijn de eerste tien flexflitsers geplaatst. Het aantal overtredingen per flexflitser is apart opgenomen in het overzicht van de overtredingen per flitspaal.
Het gemiddelde boetebedrag voor een verkeersovertreding in 2022 was €84,16 en voor een snelheidsovertreding specifiek was dit €62,88. In 2021 was dit respectievelijk €81,15 en €63,60.
Buitenlandse verkeersovertreders
In 2022 zijn 874.539 van de opgelegde verkeersboetes opgelegd aan een bestuurder van een voertuig met een buitenlands kenteken, tegenover 784.421 een jaar eerder. Dat is een flinke stijging en waarschijnlijk te verklaren doordat meer mensen na de coronacrisis ons land weer hebben bezocht. De meeste verkeersboetes zijn opgelegd aan voertuigen met een Duits, Frans of Belgisch kenteken.