1 op de 10 slachtoffer van fysiek geweld
In 2022 werd ongeveer 1 op de 10 jongeren slachtoffer van fysiek geweld in huiselijke kring. De meeste slachtoffers hadden te maken met voorvallen als geslagen worden (45 procent), of de arm verdraaid, geduwd of aan de haren getrokken worden (eveneens 45 procent). Zeer ernstige vormen van fysiek geweld zoals poging tot verstikking of wurging, het expres veroorzaken van brandwonden, en verwonden met een wapen werden door respectievelijk 4, 1 en 1 procent van de jonge slachtoffers genoemd.
Ook 1 op de 10 slachtoffer van dwingende controle
Een andere vorm van huiselijk geweld is dwingende controle. Hierbij wordt het slachtoffer, bij herhaling, door een of meer personen uit de huiselijke kring gedomineerd of gecontroleerd. Bijvoorbeeld door kleineren, intimideren of voortdurend bijhouden waar iemand is. In 2022 had 1 op de 10 jongeren hiermee te maken. Stalking door een ex-partner is ook een vorm van huiselijk geweld. Dit overkwam 5 procent van de jongeren met een ex-partner.
1 op de 8 slachtoffers van fysiek geweld ondervindt dit structureel
Van de jongeren die slachtoffer waren van fysiek geweld in huiselijke kring ondervond 13 procent dit structureel, dat wil zeggen ten minste 1 keer per maand. Bij dwingende controle in huiselijke kring en stalking door de ex-partner gaat het per definitie om herhalende voorvallen.
Veel jonge slachtoffers van huiselijk geweld hebben dit als kind ook al ervaren. Ongeveer 4 op de 10 jonge slachtoffers van fysiek geweld in huiselijke kring gaf aan dat ze hier voor hun twaalfde ook al slachtoffer van waren. Van de jonge slachtoffers van dwingende controle gaf ongeveer 3 op de 10 aan dit ook in de kindertijd meegemaakt te hebben.
Pleger van fysiek geweld meestal broer of zus
Bij zowel fysiek geweld als dwingende controle in huiselijke kring was de pleger vaak een gezinslid. Bij fysiek geweld ging het vooral om een broer of zus, terwijl dat bij dwingende controle vooral de ouders waren.