Huurders in dure regio’s krijgen minder vaak kinderen
In regio’s met dure huizen krijgen vrouwen gemiddeld minder vaak een kind dan in goedkopere regio’s. Dat geldt vooral voor huurders. Vrouwen die de stap naar een koopwoning in dure regio’s niet kunnen maken, stellen het krijgen van kinderen vaker uit. Vrouwen met een koophuis krijgen juist iets vaker een kind als de huizenprijzen in de regio hoger liggen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).
Kinderen krijgen en woonsituatie hangen met elkaar samen: veel mensen willen pas een kind (erbij) krijgen als ze een geschikte woning hebben. Sinds 2010 daalt het aantal geboorten per vrouw in Nederland, terwijl de huizenprijzen sinds 2014 sterk zijn gestegen.
Binnen Nederland zijn er grote verschillen in huizenprijzen. Zo was de gemiddelde verkoopprijs van een huis in het eerste kwartaal van 2023 in de regio Groot-Amsterdam 545 duizend euro en in Zuid-Limburg 311 duizend euro. Uit het onderzoek van CBS en NIDI blijkt dat tussen 2013 en 2023 vrouwen van 16 tot 45 jaar 10,4 procent minder vaak een kind kregen in regio’s waar de huizen gemiddeld 450 duizend euro kostten vergeleken met regio’s waar de huizen gemiddeld 200 duizend euro kostten.
Vrouwen in koophuizen in dure regio's juist vaker een kind
Vrouwen die huren krijgen minder vaak een kind als de regio duurder is; vrouwen met een koophuis juist vaker. Zo krijgen vrouwen die huren 8,4 procent minder vaak een kind in gebieden met een gemiddelde huizenprijs van 450 duizend euro dan in gebieden met een gemiddelde huizenprijs van 200 duizend euro. Vrouwen met een koophuis krijgen in dat geval juist 5,1 procent vaker een kind.