Leeg huis, makkelijke prooi? Nieuwe cijfers tonen aanloop naar vakantie-inbraken

Met de zomervakantie in aantocht stijgt het risico op woninginbraken. Hoewel het aantal inbraken in Nederland in de afgelopen jaren afnam, zijn vakantieperiodes nog steeds bijzonder risicovol. In dit artikel bespreken we de cijfers, de methodes van inbrekers en hoe je je woning kunt beveiligen voor een zorgeloze vakantie.
De gedachte dat vakantieperiodes een verhoogd risico op woninginbraak met zich meebrengen, is wijdverbreid. Leegstaande woningen lijken immers een gemakkelijker doelwit voor criminelen die hun slag willen slaan. Deze perceptie wordt versterkt door de aanzienlijke emotionele en financiële impact die een inbraak kan hebben. De gemiddelde financiële schade per woninginbraak bedraagt circa €2.650 , maar de psychologische gevolgen zijn vaak ingrijpender. Onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar de impact op slachtoffers laat zien dat 63% zich na een inbraak minder veilig voelt in de eigen woning, 41% minder vertrouwen heeft in andere mensen en 28% kampt met slaapproblemen.
Inbraakcijfers voor vakantieperiodes
Hoewel het totale aantal woninginbraken in Nederland een dalende trend vertoont over de langere termijn, blijven specifieke vakantieperiodes, met name de zomermaanden, significant risicovollere periodes. Recente data tot en met 2024 bevestigen deze seizoensgebonden kwetsbaarheid, ondanks dat het absolute aantal geregistreerde inbraken landelijk licht blijft afnemen.
In 2024 registreerde de politie in Nederland 22.305 woninginbraken of pogingen daartoe, wat neerkomt op iets meer dan 60 per dag. Voorlopige cijfers van het CBS voor 2024 duiden op 22.340 woninginbraken. Dit betekent een lichte daling ten opzichte van 2023, toen er 22.775 (politie) respectievelijk 22.830 (CBS) gevallen werden genoteerd. Voor de zomervakantie (juli en augustus) signaleerde verzekeraar Interpolis (op basis van data uit 2022 of eerder) een toename van 25% in het aantal inbraken, met een piek begin augustus. CBS-onderzoek uit 2019 (gebaseerd op data uit 2017) wees juli, augustus en december aan als de maanden met de meeste inbraken.
De langetermijntrend laat een forse daling zien: van bijna 92.000 geregistreerde woninginbraken in 2012 naar circa 39.590 in 2019, het jaar vóór de coronapandemie. Tijdens de coronajaren (2020-2021) kelderde dit aantal verder door het massale thuisblijven: circa 30.690 in 2020 en 23.620 in 2021. De politie bevestigde dat de maatregelen leidden tot een sterke afname van het aantal inbraken.
Post-corona, in 2022, was er een lichte stijging naar 24.450 , mogelijk door hernieuwd reisgedrag. In de eerste helft van 2022 steeg het aantal inbraken met 20% ten opzichte van dezelfde periode in 2021. In 2023 zette de daling echter weer in naar circa 22.800 , gevolgd door een verdere lichte daling in 2024 naar circa 22.300. Sinds 2020 schommelt het aantal woninginbraken per halfjaar rond de 10.000.
De COVID-19 pandemie functioneerde als een soort natuurlijk experiment. Het massale thuiswerken en de beperkte reismogelijkheden verminderden de "gelegenheid" voor inbrekers significant, wat resulteerde in een scherpe daling van de cijfers. Na het opheffen van de maatregelen nam het reizen weer toe, en daarmee ook de gelegenheid voor inbraak. Dat de cijfers desondanks niet volledig terugveren naar pre-corona niveaus, suggereert dat andere, meer structurele factoren zoals betere beveiliging, gerichte politie-inzet of demografische veranderingen binnen dadergroepen de algehele dalende trend mede ondersteunen. Dit onderstreept het belang van aanwezigheid als een krachtige preventieve factor.
Invloed van woningtypes
Uit onderzoek van het CBS (gepubliceerd in 2019, gebaseerd op data uit de Veiligheidsmonitor) blijkt dat vrijstaande woningen en hoekwoningen kwetsbaarder zijn. Dit komt mogelijk doordat ze minder afgeschermd liggen en inbrekers gemakkelijker toegang hebben en ongezien kunnen vluchten. Ook woningen met een hogere WOZ-waarde kunnen aantrekkelijker zijn, omdat inbrekers vermoeden dat er een waardevolle buit te halen is. Bewoners van koophuizen treffen over het algemeen vaker preventiemaatregelen dan huurders; zo heeft bijvoorbeeld 84% van de koopwoningbezitters buitenverlichting, tegenover 61% van de huurders.
Toegangswegen voor inbrekers
Volgens de brochure "Voorkom woninginbraken" (een recent document, exacte bron en jaartal onduidelijk maar inhoudelijk actueel) komt 43% van de inbrekers binnen via een raam, 36% via de achterdeur en 21% via de voordeur. Slecht beveiligde sloten zijn een groot probleem; meer dan de helft van de woningen in Nederland (56,1%) zou geen goed slot op de deur hebben. Ramen en schuifpuien zijn eveneens populaire toegangspunten. De traditionele koevoet en het "flipperen" met een pasje tussen de deur en het kozijn behoren tot de favoriete methodes van inbrekers.
De combinatie van woningtype, omgeving en gelegenheid lijkt doorslaggevend. Hoewel bepaalde woningtypes zoals vrijstaande huizen en hoekwoningen statistisch vaker doelwit zijn, mogelijk vanwege de grotere privacy voor inbrekers en meerdere vluchtroutes , benadrukt de politie de "gelegenheidsfactor". Dit suggereert dat het niet louter het type woning is, maar de interactie tussen het type, het aanwezige beveiligingsniveau, de zichtbaarheid van de woning en de aan- of afwezigheid van bewoners. Tijdens vakanties wordt de factor "afwezigheid" dominant. Een normaliter goed bewoond en sociaal gecontroleerd rijtjeshuis kan dan plotseling een aantrekkelijk doelwit worden als voor kwaadwillenden duidelijk is dat de bewoners voor langere tijd vertrokken zijn. De gebruikte methoden (ramen, achterdeur) en gereedschappen (koevoet) wijzen op het systematisch uitbuiten van zwakke plekken in de beveiliging.
Het belang van preventie
Preventieadvies dient zich daarom te richten op het wegnemen van "gelegenheid" voor alle woningtypes, met extra aandacht voor de specifieke kwetsbaarheden van bijvoorbeeld vrijstaande woningen en hoekwoningen.
Recent onderzoek toont aan dat goedgekeurd hang- en sluitwerk essentieel is om de kans op inbraak te verkleinen. Slotbeveiliging met een SKG-keurmerk, zoals cilindersloten van hoge kwaliteit, speelt hierbij een cruciale rol. Een slecht beveiligd slot is namelijk een van de populairste toegangspunten voor inbrekers, die vaak gebruik maken van eenvoudige tools zoals een koevoet of het flipperen van een pasje om deuren en ramen te openen.
Bij het beveiligen van je woning is het belangrijk om verder te kijken dan alleen de sloten. Tijdens vakantieperiodes is het simuleren van aanwezigheid en het zorgen voor een goede basisbeveiliging universeel van belang. Het creëren van een ‘aanwezigheid’ terwijl je weg bent, kan een aanzienlijke invloed hebben op de afschrikking van inbrekers. Tijdschakelaars voor verlichting en het verzoeken van buren om je post weg te halen, kunnen al veel doen om te voorkomen dat kwaadwillenden denken dat je huis onbeheerd is. Een auto op de oprit, bijvoorbeeld van een buurman, kan eveneens bijdragen aan een 'bewoond' effect, wat de kans op inbraak verkleint. Ook het goed verbergen van waardevolle spullen is cruciaal. Laat ze niet in het zicht liggen en bewaar ze op een veilige plek, bijvoorbeeld een kluis, om inbrekers niet uit te nodigen.