'De schat zal rond 460 na Chr. zijn begraven, niet lang vóór de definitieve val van het West-Romeinse rijk in 476', aldus de Vrije Universiteit Amsterdam. Vrijdag 2 juni presenteren de archeologen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) tijdens een persconferentie in Museum Het Valkhof in Nijmegen de unieke vondst.
Detectorzoekers
Het goud werd door detectorzoekers in een boomgaard in de Betuwe gevonden die professionele archeologen inseinden die voor de opgraving zorgden. Bijzonder is dat de vinders en de grondeigenaar de goudschat in langdurig bruikleen afstaan aan Museum Het Valkhof, zodat iedereen deze bijzondere vondst kan bekijken. Museum Het Valkhof staat bekend om haar uitgebreide verzameling Romeinse bodemvondsten uit Nederland.
Betekenis vondst
In de persconferentie belichten de VU-archeologen Stijn Heeren, Nico Roymans en hoofd archeologie RCE Jos Bazelmans de betekenis van deze goudschat als een sleutelstuk voor onze kennis van de eindfase van het Romeinse gezag in Nederland en de overgang naar de Vroege Middeleeuwen.