Hij ziet vrijdag liefst zeven ploeggenoten van zijn nieuwe club Fenerbahçe terug bij de interland in de Amsterdam Arena. "Komen ze achter, gaan ze foutjes maken."
De Turkse bondscoach Abdullah Avi riep vijf verdedigers van de club uit Istanbul op; doelman Mert Günök, rechtsback Gökhan Gönül, centrale verdedigers Egemen Korkmaz en Bekir Irtegün en linksback Hasan Ali Kaldirim. Daarnaast ook middenvelders Mehmet Topal en Caner Erkin.
"Mert Günök is eigenlijk onze tweede keeper bij Fenerbahçe, want de ervaren nummer één Volkan heeft een schouderblessure. Hij zou anders ook bij de nationale ploeg op doel hebben gestaan", legt Kuijt uit in AD Sportwereld. "Van de verdedigers sta ik op de training regelmatig tegen Egemen, een killer met een baard. Sterk in de lucht door een goede timing."
"Voor de twee backs geldt dat ze heel aanvallend zijn ingesteld. Automatisch nemen ze daardoor het risico met ruimte in hun rug te spelen. Sowieso merk ik in de korte tijd dat ik nu bij Fenerbahçe ben, dat die jongens allemaal met hun hart spelen en proberen om tot voetballende oplossingen te komen. Ook in de Arena komen die Turken niet met elf man voor de goal hangen. Daarin ligt zowel hun kracht als hun zwakte. Gaat het goed en komen ze op voorsprong, dan kunnen ze alles, dat is ook zo bij Fenerbahçe. Maar komen ze achter, dan gaan ze in hun haast foutjes maken."
Kuijt merkt dat de Turken uitkijken naar de krachtmeting met Oranje. "Ook zij zijn opnieuw begonnen na het vertrek van Guus Hiddink. In mei en juni hadden zij drie, vier oefenduels met goede resultaten, ze wonnen ondermeer uit bij Portugal met 1-3. Maar de laatste wedstrijd tegen Oostenrijk (2-0 verlies) ging weer een stuk minder. Dat wij thuis beginnen tegen Turkije, lijkt mij een groot voordeel."
