Meer dan een derde van de Duitse import van Nederlandse landbouwgoederen (5,5 miljard euro) heeft Noordrijn-Westfalen als bestemming. Daarna komen Nedersaksen (2,1 miljard), Baden-Württemberg (1,7 miljard), Beieren (1,3 miljard) en Hamburg (0,7 miljard).
Aandeel groeit in kleinere deelstaten
Hoewel in de meeste deelstaten de landbouwimport uit Nederland groeide, groeide het Nederlandse aandeel in de import alleen in de economisch kleinere deelstaten: Saarland (van 12,7 tot 19,2 procent, oftewel een stijging van 6,5 procentpunt), Saksen-Anhalt (5,1 procentpunt), Brandenburg (4,5 procentpunt), Thüringen (3,1 procentpunt), Hamburg (1,6 procentpunt) en Rijnland-Palts (0,2 procentpunt). In de economisch grote deelstaten Beieren, Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg en Hessen verliezen Nederlandse landbouwproducten terrein of neemt het belang niet toe.
Bloemen en planten belangrijkste exportproduct
Van de landbouwgoederen die Duitsland importeert uit Nederland staan bloemen en planten op één (2 miljard euro). Op de tweede plaats komen groenten (1,7 miljard euro), gevolgd door kaas (0,9 miljard euro), veevoer (0,9 miljard euro) en levende dieren (0,8 miljard euro).
Bloemen en planten zijn niet alleen de grootste productgroep maar kennen ook de sterkste groei met 265 miljoen euro. Deze wordt op de voet gevolgd door groente (+ 258 miljoen) en fruit (+ 214 miljoen). Ook de import van bereide voedingsmiddelen, zoals babymelkpoeder en ketchup, (+ 137 miljoen) en kaas (+ 135 miljoen) groeide aanzienlijk.
Relatief vaak Nederlands ei en bloemetje naar Duitsland
Het Nederlandse aandeel in de Duitse import is het grootst bij eieren (71 procent), bloemen en planten (60 procent), levende dieren (58 procent), margarine (53 procent) en bereide oliën en vetten (48 procent).