maandag, 14. december 2015 - 17:11 Update: 14-12-2015 17:40

Geen straf maar wel schuld voor agenten die hennepverdachte in bil schoten

Geen straf maar wel schuld voor agenten die hennepverdachte in bil schoten
Foto: Archief EHF
Breda/Tilburg

Maandag heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda twee agenten schuldig verklaard aan (poging) zware mishandeling maar tevens bepaald dat geen straf of maatregel wordt opgelegd. Dit meldt de rechtbank maandag.

'De agenten hebben op een vluchtende verdachte geschoten tijdens een achtervolging maar verzuimd om te waarschuwen dat zij zouden gaan schieten als de verdachte niet zou stoppen. Het slachtoffer is hierbij in zijn bil geraakt door één van de agenten en zwaargewond geraakt. 

Achtervolging en hennep

Het slachtoffer werd verdacht van het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep. Na een melding van de wijkagent volgende een achtervolging door het centrum van Tilburg. De man heeft hierbij meerdere stoptekens genegeerd. Ook haalde hij zeer gevaarlijke manoeuvres uit op de weg. Nadat de auto van de man werd klemgereden, wilde hij nog verder vluchten.

Eén van de agenten reed tijdens de vluchtpoging op de motor naast de auto van de man. De agent zag een aantal vuilniszakken op de achterbank van de auto liggen. Achteraf bleek dat er een grote hoeveelheid hennep, ongeveer 12 kilo, in de auto lag.

Ambtsinstructie voor agenten

Het staat vast dat allebei de politieagenten in de rechtmatige uitoefening van hun ambt handelden. Zij waren daarom in beginsel bevoegd tot het gebruik van geweld. De vraag is of zij daarbij volgens de Ambtsinstructie van de politie hebben gehandeld. In deze instructie staat omschreven wanneer een agent zijn vuurwapen mag gebruiken. 

In de Nota van Toelichting van de Ambtsinstructie wordt een drugstransport als voorbeeld genoemd van een misdrijf waarin dit mag omdat dit feit bedreigend is of kan zijn voor de samenleving. De rechtbank oordeelt dat er is voldaan aan de criteria die worden gesteld aan een situatie waarin het vuurwapen gebruikt zou mogen voor het aanhouden van een persoon.

Geen waarschuwing

In deze instructie staat ook dat de agent waarschuwt voordat hij gericht met een vuurwapen zal schieten. De rechtbank is van oordeel dat aan dit artikel niet is voldaan. Eén van de agenten heeft de verdachte gesommeerd te stoppen, maar de man is niet gewaarschuwd dat hij zou schieten als verdachte niet zou stoppen. Dit betekent dat de politieagenten niet hebben gehandeld conform de Ambtsinstructie. Daarom kunnen zij geen beroep doen op de strafuitsluitingsgrond dat zij hebben gehandeld ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.

Zware mishandeling

De rechtbank vindt bewezen dat verdachten zich hebben schuldig gemaakt aan (een poging tot) zware mishandeling, door gericht op een wegvluchtende verdachte te schieten. Dit is een ernstig feit, dat tot zeer grote gevolgen heeft geleid. Dit blijkt wel uit het feit één van de verdachten de man wel heeft geraakt. Daarbij is de man ernstig gewond geraakt en hij ondervindt hier nog steeds de negatieve gevolgen van.

De rechtbank constateert wel dat dit een bijzonder geval betreft. De verdachten zijn politieagenten die tijdens het delict hun beroep uitoefenden en binnen zeer korte tijd een beslissing moesten nemen die zeer grote gevolgen kon hebben. Daarbij is een kleine, maar cruciale stap overgeslagen. Ook weegt de rechtbank mee dat de zaak voor de agenten op persoonlijk vlak, maar ook binnen hun werk, een grote impact heeft. Ook hebben verdachten hun medeleven getoond richting het slachtoffer.

Gelet op al het hiervoor gestelde is de rechtbank van oordeel dat er voor verdachten kan worden volstaan met een schuldigverklaring zonder strafoplegging. De officier van justitie eiste voor beide agenten een taakstraf van 100 uur.

Categorie:
Provincie:
Blik op 112: