Dat maakt minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) vandaag bekend. Ploumen: 'De situatie wordt met de dag hopelozer. Miljoenen mensen waren hun leven al niet zeker en hadden gebrek aan alles; nu worden ze ook nog bedreigd door de hongerdood. Het is een grove schande dat de strijdende partijen dit laten gebeuren. Nederland kan in ieder geval niet lijdzaam toezien'.
Volgens Ploumen houdt het ministerie van Buitenlandse Zaken nauw contact met de VN en andere hulporganisaties over de voedselcrisis in Syrië: 'Ongeveer een week geleden sprak ik met de VN hulpcoördinator in Damascus over belegerde steden als Madaya en Zabadani. Duizenden mensen worden ingezet als pionnen in een strijd waar ze niet voor hebben gekozen. Gelukkig heeft de VN hen nu kunnen bereiken met hulpgoederen, maar de vraag is of hulpverleners ook de komende maanden toegang zullen krijgen. Ik maak me grote zorgen'.
Het geld dat de minister nu heeft vrijgemaakt gaat naar het Rode Kruis in Syrië en zal onder andere worden besteed aan voedsel, medicijnen, drinkwater en toerusting tegen de winterkou. Nederland is een van de grootste donoren in de Syrië crisis. Vorig jaar gaf Nederland ruim 200 miljoen euro voor hulp aan Syrische vluchtelingen en aan mensen die nog steeds in Syrië wonen. De noden in Syrië blijven onverminderd hoog.
Volgens organisaties als de UNHCR en het Rode Kruis zullen dit jaar ook weer miljoenen euro’s nodig zijn om aan de slachtoffers hulp te kunnen verlenen. Op 4 februari komen regeringsleiders bijeen in Londen om te spreken over de humanitaire crisis in Syrië en over een structurele aanpak van vluchtelingenopvang in de regio. Premier Rutte en minister Ploumen zullen hier namens Nederland aan deelnemen.