'Het hof acht bewezen dat verdachte met voorbedachten rade zijn echtgenote om het leven heeft gebracht. Voor deze moord legt het hof - net als de rechtbank in eerste aanleg - een gevangenisstraf van 18 jaar op', aldus het hof.
De procedure bij de rechtbank
De rechtbank Gelderland heeft op 24 april 2013 de verdachte veroordeeld voor de moord op zijn echtgenote tot een gevangenisstraf van 18 jaar. De officier van justitie had diezelfde straf gevorderd. Tegen deze beslissing heeft de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hoger beroep
In hoger beroep heeft ook de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 18 jaar gevorderd; het hof heeft hem daarin gevolgd en daarbij het volgende in beschouwing genomen.
Onderzoek doodsoorzaak
Op 13 mei 2012 is verdachtes echtgenote overleden. Verdachte is kort daarna aangehouden, maar hij heeft steeds ontkend dat hij zijn vrouw heeft vermoord. In hoger beroep is op verzoek van de verdediging opnieuw onderzoek gedaan naar de doodsoorzaak.
Die deskundigenrapporten bevestigden dat het slachtoffer is overleden aan de gevolgen van een chronische vergiftiging door natriumazide. Verdachte had deze zeldzame stof van een kennis gekregen onder het voorwendsel dat hij het gif nodig had om ongedierte te bestrijden.
Dagboek
Aan de hand van het dagboek, waarin het slachtoffer haar plotselinge lichamelijke klachten bijhield, en op grond van wat getuigen uit haar omgeving daarover verklaarden is buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat de verdachte al vanaf oktober 2011 opzettelijk natriumazide aan haar voedsel en drank heeft toegevoegd met uiteindelijk fataal gevolg voor het slachtoffer. Verdachte had bij het overlijden van zijn echtgenote financiële belangen.
Het hof heeft bij de strafoplegging overwogen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een gruwelijke moord op zijn echtgenote. Het slachtoffer is eerst ernstig ziek geworden en is een ware lijdensweg gegaan. Verdachte is daarvan getuige geweest zonder dat dit hem ervan heeft weerhouden op de ingeslagen weg voort te gaan.
Gelet op de ernst van het ten laste gelegde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van de verdachte, veroordeelt het hof verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaar.