maandag, 11. mei 2020 - 9:21

Nederlander rond 1900 relatief matige drinker

Foto van lege barkrukken in café | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Den Haag

De georganiseerde strijd tegen het overmatige gebruik van sterke drank in ons land gaat al bijna twee eeuwen terug. Predikanten, artsen en schoolmeesters bestookten de bevolking sinds de jaren 30 van de negentiende eeuw met pamfletten tegen de gevaren van sterke drank, verzoeken om wetgeving en accijnsverhoging. Zij brachten een matigingsbeweging op gang, die succesvol was.

Nederlanders waren rond 1900 geen grote drinkers vergeleken met andere Europeanen. In de jaren 1900–1904 was het hoofdelijke gebruik van bier, wijn en gedistilleerd in ons land 5,6 liter pure alcohol. Dat was de helft van het hoofdelijke gebruik in Denemarken (10,8 liter) en Engeland (11,2 liter), een derde van dat in Italië (14,8 liter) en een kwart van dat in Frankrijk (22,5 liter). Anders dan in Frankrijk, België en Duitsland, waar de alcoholconsumptie aan het begin van de 20e eeuw (veel) hoger was dan in de jaren 80 van de 19e eeuw, daalde in de periode 1885–1905 het verbruik in ons land.

Wijn in Frankrijk, bier in België, jenever in Nederland

Zeventig procent van de alcohol die Nederlanders dronken kwam uit gedistilleerd, 25 procent uit bier en 4 procent uit wijn. Frankrijk en Italië waren de echte wijnlanden, België en Engeland de bierlanden.

Categorie:
Provincie: