Daarnaast was bij verkeersongevallen met een dodelijke afloop sprake van alcohol- of drugsgebruik, afleiding (telefoongebruik), vermoeidheid, door rood licht rijden of een technisch mankement aan het voertuig. SWOV stelt dat de infrastructuur op sommige plekken niet voldeed aan de richtlijnen, zoals een te smalle of te brede weg, te krappe bocht of bomen in de berm die te dicht op de weg staan. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat onder fietsers veel slachtoffers 70 jaar of ouder waren en dat het dragen van een fietshelm mogelijk een dodelijke afloop had kunnen voorkomen.
Aanleiding onderzoek
De aanleiding voor het rapport was de forse stijging van het aantal dodelijke verkeersongevallen in Brabant: van 98 in 2017 naar 150 in 2018 en 142 in 2019. Omdat er geen duidelijk aanwijsbare oorzaken zijn voor deze stijging, besloot de provincie vanuit haar coördinerende verkeersveiligheidsrol in Brabant SWOV te vragen een onderzoek te doen. Het doel van het onderzoek was om gedetailleerd inzicht te krijgen in de ongevallen om zo lessen te trekken en daarnaast hopelijk een verklaring te krijgen waarom het aantal dodelijke verkeersongevallen in Brabant hoger is dan in andere provincies.
Het onderzoek levert geen antwoord op die laatste vraag op. Dat komt doordat Noord-Brabant de eerste provincie is die een dergelijk diepte-onderzoek laat doen, er is dus geen vergelijkingsmateriaal. Zowel de provincie Noord-Brabant als SWOV hoopt dat andere provincies ook dergelijke diepte-onderzoeken laten uitvoeren zodat er meer inzicht komt tussen de verschillen in provincies.