Voor huishoudens
De Tozo-regeling is (met terugwerkende kracht) ingegaan vanaf 1 maart 2020, kort na het uitbreken van de coronapandemie. Een Tozo-uitkering wordt verstrekt aan huishoudens. Dit betekent dat partners in een huishouden worden meegeteld als ontvanger van een Tozo-uitkering. Bij 401.000 personen was sprake van een meerpersoonshuishouden. Voor 93.000 personen ging het om een huishouden zonder partner en in 8.000 gevallen was sprake van een andere situatie of kon het niet worden vastgesteld.
Zelfstandige ondernemers
Naast uitkeringen voor levensonderhoud, konden zelfstandig ondernemers binnen de Tozo-regeling ook aanspraak maken op een lening voor bedrijfskapitaal. Hiervan hebben 42.000 zelfstandigen gebruikgemaakt in 2020, van wie 35.000 ook een Tozo-uitkering voor levensonderhoud kregen.
Naar verhouding veel steun naar dienstverlening en cultuur
De 501.000 ontvangers van een Tozo-uitkering hadden samen circa 330.000 bedrijven. Ruim 16 procent van die ondernemingen, 53.000, wordt gerekend tot de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten. Onder deze noemer vallen onder meer architecten- en ingenieursbureaus, advocatenkantoren, accountants en belastingconsulenten. Met 15,2 procent van de 1,6 miljoen zelfstandigen die Nederland in 2020 telde, heeft deze bedrijfstak op een na de meeste zelfstandigen.
Bedrijfstak onderwijs, horeca en in vervoer en opslag
In de bedrijfstakken overige dienstverlening waaronder kapperszaken en schoonheidssalons, reparatiebedrijven van consumentenartikelen, en cultuur, sport en recreatie is relatief veel gebruikgemaakt van de Tozo-regeling. Daarbij is per bedrijfstak het aandeel van alle bedrijven van Tozo-ontvangers vergeleken met het aandeel van alle zelfstandigen. Ook in de bedrijfstak onderwijs, in de horeca en in vervoer en opslag zijn volgens deze vergelijking relatief veel Tozo-uitkeringen ontvangen.