Vrijspraak
Gelet op het contact dat de drie oudste kinderen hadden met de buitenwereld, het feit dat zij tot op zekere hoogte onderdeel waren van de maatschappij en op zich vrij waren om zich in de buitenwereld fysiek te verplaatsen, is de rechtbank van oordeel dat hetgeen hen is overkomen, niet valt onder het begrip wederrechtelijke vrijheidsberoving als bedoeld in artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte is voor dit deel van de onder feit 1 primair wederrechtelijke vrijheidsberoving dan ook vrijgesproken.
Kinderen door vader mishandeld
Met betrekking tot de mishandeling is de rechtbank van oordeel dat vast is komen te staan dat de feitelijkheden en geweldshandelingen die in de tenlastelegging zijn opgenomen, plaats hebben gevonden en dat de kinderen aldus door hun vader zijn mishandeld. Er is echter niet komen vast te staan dat verdachte op enige wijze de geweldshandelingen van de vader heeft ondersteund of dat hij anderszins heeft bijgedragen aan het ontstaan of het voortduren ervan.
Vrijheidsberovingen
Met betrekking tot de jongste kinderen heeft de rechtbank overwogen dat ze van jongs af aan door de vader zijn geïndoctrineerd met de overtuiging dat de buitenwereld slecht is en dat daardoor contact met de buitenwereld moet worden vermeden. Vanaf hun geboorte tot het moment van het aantreffen van het gezin in de boerderij hebben zij afgescheiden van de samenleving geleefd. Een samenleving waarin zij zich ook niet vrij zouden hebben kunnen bewegen omdat zij nooit zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.