In die gevallen waarbij de NVWA resten van gewasbeschermingsmiddelen aantrof, is de hoeveelheid zo laag dat de effecten op de gezondheid bijna altijd verwaarloosbaar zijn. De meeste overschrijdingen werden gevonden op producten van buiten de Europese Unie, zoals Zuidoost-Azië, Dominicaanse Republiek, Suriname, Colombia en Egypte. Toch gaan ook deze landen dankzij strenge controles steeds beter aan de EU-eisen voldoen. Bij Chinese pomelo's en bonen uit Kenia bijvoorbeeld was het aantal overschrijdingen zodanig gedaald, dat het speciale strenge EU-controle regime voor deze producten kon worden opgeheven. Per 1 januari 2016 geldt dat ook voor druiven uit Peru.
Wettelijke normen
Hoeveel resten van gewasbeschermingsmiddelen op groente en fruit mogen zitten, wordt wettelijk vastgesteld via de zogenoemde Maximale Residu Limiet (MRL). Op EU-niveau bepalen de lidstaten gezamenlijk deze MRLs, en ze nemen daarbij zeer grote veiligheidsmarges in acht. Bij een overschrijding van de MRL wordt berekend of de gezondheidsnorm, de zogenoemde ARfD, wordt overschreden.
Controle door NVWA
De NVWA controleert steekproefsgewijs of wordt voldaan aan de MRL's. Hiervoor analyseert zij jaarlijks ongeveer 4.500 monsters groente en fruit, afkomstig uit de hele wereld. Een deel van de steekproef vertegenwoordigt een product of productgroep en een deel wordt risicogestuurd bemonsterd. Wanneer geen sprake is van overschrijding van de gezondheidsnorm maar wel van de MRL, volgt een boete of een waarschuwing. Wanneer het gaat om import van buiten de Europese Unie verbiedt de NVWA de invoer. Bij overschrijding van de gezondheidsnorm wordt de partij uit de handel gehaald en vernietigd. Dergelijke overschrijdingen in partijen groenten en fruit worden via het Europese Rapid Alert-Systeem (RASFF) gemeld aan de overige Europese lidstaten.
De NVWA gaat verder met het al ingezette beleid: minder controle op producten uit Nederland en de EU-lidstaten en meer controle op groente en fruit van buiten de EU, met extra aandacht voor bepaalde landen en producten. Door meer aan de buitengrens van de EU te controleren, wordt vaker voorkomen dat producten die niet aan de voedselveiligheidseisen voldoen Europa binnenkomen.