woensdag, 6. maart 2019 - 18:13 Update: 06-03-2019 18:16

Wereldwijde vogelsterfte door economische expansie en landgebruik

Wereldwijde vogelsterfte door economische expansie en landgebruik
Foto: Provincie Flevoland
Leiden

Bevolkingsgroei, economische expansie en het hieraan gerelateerd landgebruik leidt er aantoonbaar toe dat een toenemend aantal vogelsoorten uitsterft en dat de koolstofopslag in de natuur afneemt.

Dit schrijft een internationaal team van wetenschappers van onder meer het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) van de Universiteit Leiden, in een artikel dat op 4 maart is gepubliceerd in Nature Ecology & Evolution.

Landbouw is niet bevorderlijk voor de biodiversiteit en dus ook niet voor de vogelstand (foto Tom Fisk, Pexels).

Meer uitstervende vogelsoorten

Hoofdauteur Alexandra Marques en collega's combineerden biofysische en economische modellen. Ze schatten dat tussen 2000 en 2011 het aantal met uitsterven bedreigde vogelsoorten als gevolg van toenemende land- en bosbouwactiviteiten met 3 à 7% is gegroeid. In dezelfde periode zijn planten en bomen wereldwijd 6% minder CO2 gaan opslaan.

Afname natuurlijke habitat

De groei van de wereldbevolking en economische ontwikkeling creëren steeds meer vraag naar landbouw- en bosbouwproducten, waardoor een steeds groter deel van de natuurlijke habitat op aarde wordt omgezet in grond waarop gewassen worden geteeld. Zonder duurzaam beheer kan dit een negatieve invloed hebben op de biodiversiteit en op de processen binnen het ecosysteem, zoals koolstof- ofwel CO2-opslag.

Productie van oliehoudende zaden grootste boosdoener

Bijna een derde van het uitsterven van vogelsoorten kan worden toegeschreven aan veeteelt; de grootste oorzaak van afnemende biodiversiteit lijkt echter de productie van oliehoudende zaden, zoals palm- en sojabonenolie. De onderzoekers stellen ook vast dat de bosbouwactiviteiten voor de winning van hout voor verwerking en voor gebruik als brandstof, het potentieel voor CO2-opslag met ongeveer 30% heeft verminderd.

EXIOBASE

De onderzoekers hebben met de, mede door CML ontwikkelde, globale input-output database ‘EXIOBASE’ de internationale toeleveringsketens in kaart gebracht. Zij toonden zo aan dat de afstand tussen de plaatsen waar biotische grondstoffen worden gewonnen en goederen geproduceerd en de plaatsen waar ze worden geconsumeerd, steeds groter wordt. In 2011 veroorzaakten in andere delen van de wereld geconsumeerde goederen 33% van de negatieve effecten op de biodiversiteit in Centraal- en Zuid-Amerika en 26% van de negatieve effecten in Afrika. Opvallend is dat in de statistieken in het artikel de financiële crisis die in 2008 uitbrak, is terug te zien: ook de druk op het milieu was toen minder.

Verschuiving gewenst

Om de biodiversiteitscrisis aan te pakken, bepleiten de wetenschappers dat regeringen de impact van hun economische activiteiten erkennen en een verschuiving bevorderen naar economische ontwikkeling met een lage impact op de biodiversiteit wereldwijd.

Methodologie

Als basis voor hun berekeningen gebruikten de onderzoekers datasets uit de internationale, gezaghebbend database FAOSTAT. Die bevat statistieken die zijn opgesteld door de Food and Agriculture Organisation (FAO) van de Verenigde Naties. In de database zijn gegevens te vinden over het landgebruik, uitgesplitst naar veertien categorieën die ook alle land- en bosbouwactiviteiten omvatten. Voor de relatie tussen productie en consumptie is het model EXIOBASE gebruikt. Dat is een Multi-Regionaal Input-Outputmodel (MRIO-model) mede door het CML en partners is ontwikkeld. De terugloop in vogelsoorten is bepaald aan de hand van verspreidingskaarten.

Categorie:
Provincie: