donderdag, 25. februari 2021 - 9:55 Update: 25-02-2021 10:16

Vondst kosmisch iridium bewijst: uitsterven dinosauriërs kwam door meteorietinslag

ster-heelal-vallen-meteoriet-meteoor
Foto: Archief EHF / foto ter illustratie
Amsterdam/Utrecht

Door de vondst van een enorme hoge concentratie kosmisch iridium bij boringen in de kleilaag in de Chicxulub-inslagkrater in Mexico, is het laatste stukje bewijs gevonden dat nodig was om te kunnen aantonen dat de dinosauriërs door deze meteorietinslag zijn uitgestorven. Dit melden de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Utrecht.

Mexico

'Bij boringen in de Chicxulub-inslagkrater, waar de meteoriet is neergekomen die de dino's deed uitsterven, is in een kleilaag abnormaal veel iridium gevonden. Door de plek van het iridium in de kleilaag konden wetenschappers uitrekenen wat er gebeurde in de dagen en jaren na de inslag van de meteoriet. De vondst van abnormaal veel iridium is het laatste stukje bewijs dat nodig was om te kunnen aantonen dat de dinosauriërs door deze meteorietinslag zijn uitgestorven', aldus de universiteiten. Aan het onderzoek werkten emeritus hoogleraar Event-Stratigrafie Jan Smit van de Vrije Universiteit Amsterdam en paleoklimatoloog Niels de Winter van de Universiteit Utrecht mee.

66 miljoen jaar geleden

Zo’n 66 miljoen jaar geleden stierven de dinosauriërs en veel andere land- en zeediersoorten uit. Onderzoekers Walter Alvarez en Jan Smit ontdekten in de jaren 70 van de 20ste voor het eerst de reden achter deze massa-extinctie toen zij in Italië en Spanje hoge concentraties iridium vonden, een metaal dat weinig voorkomt in de aardkorst maar veel voorkomt in meteorieten. Het iridium bevond zich in een dun kleilaagje tussen de steenlagen die karakteristiek zijn voor het Krijt- en het Paleogeentijdperk.

Het neerdalen van de meteoriet-stofwolk

Dat iridium gaf bewijs dat een meteoriet met een doorsnede van zo’n 12 kilometer ergens op aarde was neergekomen, waardoor een grote stofwolk met onder andere iridium vrijkwam en later op aarde neerdaalde. Dat werd bevestigd toen wetenschappers in Mexico een 180 kilometer brede inslagkrater vonden, deels verstopt onder het Yucatan schiereiland. De Chicxulub-krater is destijds per ongeluk ontdekt doordat geofysici cirkelvormige afwijkingen vonden in het zwaartekrachtveld.

Ruim 800 meter boorkern

De laatste link tussen die krater en het iridiumstof is nu gevonden, en dat vormt volgens de onderzoekers onomstotelijk bewijs dat juist deze meteorietinslag de massa-uitsterving aan het eind van het Krijt veroorzaakte. In 2016 hebben de onderzoekers vanaf zee in de binnenste heuvelring van de krater geboord, en daarbij 835 meter boorkern naar boven gehaald. Uit die boorkern konden de wetenschappers zien wat er vlak voor, tijdens en vlak na de meteorietinslag is gebeurd. Dat het laagje met iridium in de krater intact is gebleven, is bijzonder, want in de dagen na de inslag stroomde de krater vol en woedden er tsunami’s door de krater en maanden erna kwamen er nog grote aardbevingen voor.

Ecosysteem duizenden jaren van slag

'Het neerdalen van het stof van de meteorietinslag maakt het mogelijk om heel precies te schatten hoe lang het duurde voor de rust terugkeerde in de krater,' aldus Niels de Winter. 'Dit is een unieke kans voor ons als geologen, meestal kunnen we uit de gesteenten alleen iets leren over processen die duizenden tot miljoenen jaren duren. Hoewel de directe gevolgen van de meteorietinslag relatief kort duurden, kostte het vervolgens waarschijnlijk duizenden jaren voordat het ecosysteem van deze zware klap herstelde, maar van de dinosauriërs kwamen alleen de vogels er bovenop.'

'Dit maakt de cirkel rond'

Door de laag met iridium konden de onderzoekers uitrekenen hoeveel tijd het leven op aarde er over deed om te herstellen van de massa-extinctie, en wat er gebeurde in de dagen en jaren na de ramp. 'We zagen in de boorkern dat in de eerste dag na de inslag zo’n 130 meter aan puin zich ophoopte. Het grootste deel daarvan is in de eerste uren meegesleurd met het water door het vollopen van de krater en de wilde tsunami’s die in de krater ontstonden. Dat is ontzettend snel,' aldus Smit en De Winter.

Kosmisch iridium

Het bovenste deel is een 60 cm dikke kleiige laag van al het opgeworpen modder dat uit het troebele water langzaam neerdaalde en het allerbovenste deel daarvan bevat relatief veel iridium uit het neerdwarrelende meteorietstof. Die laatste laag is, zij het in een veel dunnere laag, in boorkernen en ontsluitingen van gesteente uit andere delen van de wereld ook gevonden. 'Dit maakt de cirkel rond,' zegt Jan Smit. 'Vijftig jaar na het vinden van kosmisch iridium over de hele wereld is het nu op precies de goede plek in de boosdoener zelf gevonden!'