vrijdag, 11. december 2020 - 7:51

Economische positie vrouw tot 2020 verder verbeterd

Vrouw achter laptop
Foto: PX
Den Haag

In 2019 was bijna 64 procent van de vrouwen economisch zelfstandig. Dat aandeel is in de vier jaren na de vorige economische crisis veel sterker gestegen dan in de periode daarvoor. Het is nog steeds lager dan bij mannen (81 procent), maar het verschil is kleiner geworden. Vrouwen zijn vaker en meer uren gaan werken, en de werkloosheid nam af. Maar in de coronacrisis van 2020 steeg de werkloosheid, ook bij mannen. Dat blijkt uit de elfde Emancipatiemonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Het percentage economisch zelfstandige vrouwen van 15 jaar tot de AOW-leeftijd (uitgezonderd onderwijsvolgenden) steeg van 61 procent in 2017 naar 64 procent in 2019. Dat is de grootste toename in twaalf jaar tijd. Tussen 2017 en 2019 zijn ook meer vrouwen gaan werken, de nettoarbeidsparticipatie nam toe van 73 naar 76 procent. Bij mannen was de stijging minder sterk: van 85 procent naar ruim 86 procent. In afgelopen jaren boden vooral meer vrouwen zich aan op de arbeidsmarkt en profiteerden zij meer dan mannen van de werkgelegenheidsgroei.

Vrouwen werken meer uren

Na de vorige economische crisis begon ook de gemiddelde arbeidsduur van vrouwen te groeien. Tussen 2017 en 2019 is deze net als in de twee jaar daarvoor met ruim een half uur toegenomen, tot 28,5 uur per week. Bij mannen bleef de gemiddelde arbeidsduur onveranderd op bijna 39 uur. Werkende mannen zouden gemiddeld een half uur minder willen werken dan ze doen, werkende vrouwen juist een half uur meer.

De meeste in deeltijd werkende vrouwen zouden naar eigen zeggen onder bepaalde voorwaarden of omstandigheden meer uren willen werken, bijvoorbeeld als werktijden op het privéleven afgestemd kunnen worden of als het gezinsinkomen ontoereikend is. Vrouwen vinden betaald werk net zo belangrijk als mannen, maar zijn minder gericht op het maken van carrière. Ook zeggen ze vaker liever niet voltijds te werken, om tijd over te houden voor andere dingen: 68 procent van alle vrouwen en bijna de helft van alle mannen geeft dat aan. 

Tweede generatie vrouwen maakt inhaalslag

Vrouwen met een migratieachtergrond die zelf in Nederland geboren zijn - de tweede generatie - zijn veel vaker economisch zelfstandig dan vrouwen van de eerste generatie. Vooral bij vrouwen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond is het verschil groot. Van de eerste generatie kon ruim een kwart financieel op eigen benen staan, bij de tweede generatie is dat bijna 60 procent. Daarmee is er relatief weinig verschil met vrouwen zonder migratieachtergrond. Tweedegeneratie vrouwen met een Antilliaanse of Surinaamse achtergrond zijn met bijna 70 procent vaker economisch zelfstandig dan vrouwen met een Nederlandse achtergrond. Dat hangt samen met hun gemiddeld langere werkweek: 32 uur tegenover 28 uur bij vrouwen zonder migratieachtergrond.

Categorie:
Provincie: