Op 27 november heeft het kabinet, ondanks een negatief advies van de Raad van State, een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer gestuurd dat een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding mogelijk maakt. Het dragen van bijvoorbeeld een boerka of niqab in het openbaar vervoer, overheidsgebouwen, onderwijs- of zorginstellingen zou dan niet langer worden toegestaan. Op overtreding komt volgens het wetsvoorstel een boete te staan.
Identificatieplicht
Een dergelijk verbod is volgens de KNMG onwenselijk en onnodig. Chiliam Kuijpers, directeur beleid KNMG: "Mensen moeten zich vrij voelen om naar de dokter te gaan, ongeacht hun levensovertuiging of wijze van kleding. Een verbod op gezichtsbedekkende kleding kan patiënten met dergelijke kleding belemmeren de zorginstelling te bezoeken. Voor de openbare ruimtes in de zorginstelling gaat een verbod te ver. Het is ook niet nodig, want voor identificatie door het tonen van het gezicht aan de balie van bijvoorbeeld het ziekenhuis bestaat al jaren een identificatieplicht."
'Zelden tot nooit problemen'
Tegelijk moet een arts goede zorg kunnen verlenen en daarvoor kan het nodig zijn om iemands gezicht wel te zien. Kuijpers: "Daarom zal een arts vrouwen met gezichtsbedekkende kleding vaak vragen om het gezicht te tonen. Dat levert in de spreekkamer zelden tot nooit problemen op." Weigert een patiënt dit, dan is het aan de zorgverlener om te beoordelen of verantwoorde zorgverlening mogelijk is. Dit zal afhangen van de specifieke situatie en is ter beoordeling aan de zorgverlener.