dinsdag, 8. december 2015 - 11:33

Hartpatiënt heeft meer bewegingsopties dan gedacht

Hartpatiënt heeft meer bewegingsopties dan gedacht
Foto: Archieffoto ter illustratie FBF
Nijmegen

Fysieke fitheid verbetert de overlevingskansen van mensen met hartfalen. Milde conditietraining wordt dan ook aanbevolen aan hartpatiënten. Maar ook meer intensieve vormen van fysieke inspanning lijken veilig en gezond te zijn. Dit blijkt uit een verkennend onderzoek van inspanningsfysioloog Nathalie Benda van het Radboudumc waar zij 9 december op promoveert.

Voor hartpatiënten is regelmatige inspanning heilzaam. Maar niet iedere hartpatiënt kan een voorgeschreven training goed uitvoeren. Nathalie Benda wilde daarom weten welke vormen van beweging de meest gunstige gezondheidseffecten hebben voor hartpatiënten. Zij onderzocht hiervoor de effecten van een traditionele manier van trainen en een nieuw type hoog-intensieve interval training. Ze keek daarbij naar fitheid, hart- en vaatfunctie en kwaliteit van leven bij een kleine groep patiënten met hartfalen. Beide typen van training bleken de fitheid bij deze patiënten te verbeteren.

Geen aanwijzingen voor extra hartschade

Benda maakte een bewuste keuze om juist de effecten van een hoog-intensieve intervaltraining te onderzoeken. Recente literatuur laat zien dat deze manier van trainen goede gezondheidseffecten kan hebben bij patiënten met hartfalen. Momenteel wordt echter standaard duurtraining voorgeschreven. Deze trainingsvorm wordt mogelijk beperkt door de pompfunctie van het hart en dit is bij patiënten met hartfalen juist een probleem. Bij hoog-intensieve intervaltraining speelt dit minder een rol. De hartpatiënten die deelnamen aan het onderzoek van Benda konden de training goed volhouden. Ook zag Benda dat zij na het uitvoeren van een hoog-intensieve inspanning geen hogere concentraties aan troponines (een stof die vrijkomt bij hartschade) in het bloed hadden in vergelijking met gezonde vrijwilligers.

Vierdaagse wandelen met hartfalen

Ook intensieve sportevenementen zoals loopmarsen, lijken veilig te zijn voor hartpatiënten. Dit soort duurinspanning van meerdere uren achtereen is geen vaste aanbeveling voor hartpatiënten, omdat nog grotendeels onbekend is wat de effecten van dit soort inspanning zijn op het hart en bloedvaten. Tijdens de Nijmeegse Vierdaagse onderzocht Nathalie Benda wat het lopen van 30 tot 40 kilometer op één dag en drie opeenvolgende dagen doet met de hartfunctie van gezonde personen en hartpatiënten, die allen een gedegen en goede voorbereiding voor de Nijmeegse Vierdaagse hebben gehad. Ze vond dat de hartfunctie van beide groepen wandelaars niet significant verslechterde als gevolg van een intensieve wandelinspanning.

Met beleid meer opties

Hartpatienten lijken op basis van het onderzoek van Nathalie Benda een breder palet aan trainingsopties te hebben dan nu wordt aangenomen: “Als een patiënt meer keuze heeft om te kiezen voor een trainingsvorm die bij hem of haar past, kan dit helpen om de inspanning langer vol te houden. En dat is belangrijk, want fysieke inspanning levert alleen gezondheidswinst op als je het blijft volhouden. Dat wil echter niet zeggen dat hartpatiënten alles kunnen doen. Je kunt niet zomaar op hoge intensiteit gaan trainen. Hartpatiënten moeten daarvoor eerst gescreend worden en vervolgens goed begeleid worden door een arts.”