In de lange geschiedenis van het Planetarium speelt het Koninklijk Huis een belangrijke rol. Met name de aankoop door het Rijk op initiatief van Koning Willem I in 1825 heeft voor het planetarium de basis gelegd voor een gezonde toekomst. Zonder deze steun had de instandhouding van het Planetarium door Eise Eisinga en zijn nakomelingen een te zware taak geweest. In 1859 werd het Planetarium geschonken aan de gemeente Franeker. In 2006 werd het Predicaat Koninklijk uitgereikt bij het 225-jarig bestaan van het Planetarium.
Twee jaar geleden reikte Prinses Beatrix postuum de Zilveren Anjer uit aan vrijwilliger Hans Noordmans. En nu, 198 jaar nadat Koning Willem I in 1818 het Planetarium bezocht, toonde ook Koning Willem Alexander zich onder de indruk van het Planetarium van Eise Eisinga.
Het Planetarium heeft sindsdien niet stilgestaan. Een paar weken geleden werd de uitbreiding met een naast gelegen pand geopend. Door de opname van het Planetarium in de Canon van de Nederlandse Geschiedenis en de nominatie voor de Werelderfgoedlijst van de UNESCO is het bezoekcijfer de laatste zes jaar flink gestegen. Met de verplaatsing van de entree kunnen deze bezoekers beter ontvangen worden. Met de inrichting van een interactieve educatieve expositie sluit het Planetarium aan bij de uitgangspunten van Eise Eisinga, namelijk het populariseren van de sterrenkunde. Eisinga heeft zijn Planetarium gebouwd om de bezoekers voorlichting te geven en dat gebeurt sinds 1781 tot op de dag van vandaag. Deze continuïteit in activiteiten kan hierdoor verder versterkt worden.