Zorgen over Poolse rechtspraak
Op 4 oktober hield de IRK de behandeling van meerdere Poolse overleveringsverzoeken aan vanwege zorgen over de onafhankelijkheid van de Poolse rechtspraak. De IRK stelde diverse Poolse rechtbanken en gerechtshoven een serie vragen om te kunnen beoordelen of de betrokken verdachten in Polen wel een eerlijk proces zouden krijgen. De zaak van de 27-jarige Pool is de eerste waarin het antwoord op de gestelde vragen is meegewogen in de beoordeling van het overleveringsverzoek. Op 6 en 7 december worden nog eens 11 Poolse overleveringsverzoeken ten behoeve van vervolging behandeld.
Geen aantasting recht op eerlijk proces
In dit geval oordeelt de IRK dat er geen belemmeringen zijn om de 27-jarige verdachte aan de Poolse autoriteiten over te leveren. De IRK constateert weliswaar dat de huidige Poolse rechtsstaat fundamentele en structurele problemen vertoont, maar dat er in deze specifieke zaak geen reden is om aan te nemen dat het recht op een eerlijk proces door die problemen zal worden aangetast. Daarbij is heel specifiek gekeken naar de situatie bij de instanties die de zaak in de Poolse stad Szczecin gaan behandelen en naar de persoonlijke situatie van de verdachte.
IRK toetst binnen kader Hof van Justitie
De IRK moet zich bij de beoordeling van een overleveringsverzoek houden aan het kader dat het Hof van Justitie van de Europese Unie neerlegde in een uitspraak op 25 juli 2018. Het Hof bepaalde dat overleveringsverzoeken uitsluitend mogen worden afgewezen wanneer gebreken van de rechterlijke macht in een EU-lidstaat direct van invloed zijn op de individuele zaak waar het overleveringsverzoek over gaat. Dat moet worden bekeken op het niveau van de instanties die de zaak van de overgeleverde verdachte behandelen.