Oor tegen de deur
Vaststaat dat de betreffende journalist heeft gehoord wat er in de raadszaal werd besproken en hierover in de krant publiceerde. De vraag of hij dit heeft kunnen horen vanwege een luide geluidsinstallatie of omdat hij zijn oor te luister legde aan de deur maakt wettelijk gezien geen verschil.
Geen schending
Immers, de journalist schond geen ambts- of beroepsgeheim, gebruikte geen technisch hulpmiddel om het gesprek in de raadszaal te kunnen horen of bevond zich niet op een plek waar hij niet had mogen zijn. Daarmee is er geen grond voor een strafrechtelijk onderzoek.