woensdag, 2. december 2020 - 8:27

Armoederisico bevolking in 2019 een fractie lager

Spaarvarken die kapot is
Foto: fbf
Den Haag

In 2019 maakte 6,2 procent van de Nederlandse bevolking deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens en liep aldus risico op armoede. Dat is iets minder dan in de twee voorgaande jaren, toen 6,3 procent van de bevolking van een laag inkomen moest rondkomen. Onder werknemers bleef het armoederisico ongewijzigd. Dit meldt het CBS naar aanleiding van nieuwe cijfers over het risico op armoede.

Iets meer dan 1 miljoen mensen leefden in 2019 in een huishouden onder de lage-inkomensgrens, van wie 391 duizend al ten minste vier jaar achtereen (2,5 procent van de bevolking). Sinds 2017 bleef het aandeel met een langdurig armoederisico onveranderd.

De lage-inkomensgrens staat voor een vast koopkrachtbedrag en wordt jaarlijks gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling. In 2019 lag de grens voor een alleenstaande op netto 1 090 euro per maand. Voor een paar zonder kinderen was dat 1 530 euro, en met twee minderjarige kinderen 2 080 euro. Voor een eenoudergezin met twee minderjarige kinderen bedroeg de grens 1660 euro.

Armoederisico zzp’ers  hoger dan van zmp’ers en werknemers

Van de 6,5 miljoen 15- tot 75-jarigen met hoofdzakelijk inkomen uit loondienst maakte 1,5 procent deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dat percentage is even groot als in 2018 en in 2017. Sinds 2013 is het armoederisico van zowel zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) als van zelfstandigen met personeel (zmp’ers) elk jaar verder afgenomen. In 2018 kwam 6,9 procent van de zzp’ers  uit een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens  en 3,7 procent van de zelfstandigen met personeel.

Werknemers hebben het laagste armoederisico maar vormen wel de grootste groep werkenden. Daarom is bij hen het absolute aantal met een laag inkomen groter dan onder zmp’ers en zzp’ers. In 2018 hadden 96 duizend werknemers een laag inkomen, tegen respectievelijk 11 duizend zmp’ers en 64 duizend zzp’ers. 

Armoederisico relatief groot in handel, vervoer en horeca

Zelfstandigen kennen een relatief grote spreiding in armoederisico. Zzp’ers spannen in dit opzicht de kroon. Het armoederisico van zzp’ers varieerde in 2018 van 1,7 procent in de financiële dienstverlening tot 11,7 procent in de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige dienstverlening en 12,0 procent in handel, vervoer en horeca. Laatstgenoemde sectoren zitten nu in de hoek waar door corona de meeste klappen vallen.

Bij de zmp’ers hadden de werkenden in de financiële dienstverlening en de gezondheids- en welzijnszorg met respectievelijk 1,0 procent en 1,2 procent het laagste armoederisico, in handel, vervoer en horeca en in de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige dienstverlening liepen zmp’ers het hoogste risico met respectievelijk 5,6 procent en 6,1 procent.

 

Categorie:
Provincie: