woensdag, 18. augustus 2021 - 10:13

Verbeterpunten voor medicatieverificatie bij ontslag uit ziekenhuis

Apotheek
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Utrecht

De algemene landelijke richtlijnen voor medicatieverificatie bij ontslag uit het ziekenhuis bieden veel ruimte voor eigen invulling. In de dagelijkse praktijk blijkt er dan ook veel variatie te zijn in het uitvoeren van dit proces. Aan de hand van de Safety-I en Safety-II benadering hebben het Nivel en het Amsterdam Public Health (APH) research institute het proces zoals uitgevoerd in de dagelijkse praktijk vergeleken met de omschrijving in richtlijnen en protocollen. Inzicht in praktijkvariatie helpt om samen met betrokken zorgprofessionals gerichte aanknopingspunten te vinden om de patiëntveiligheid nog verder te verbeteren.

De afgelopen jaren was er veel aandacht voor het naleven van landelijke richtlijnen en lokale ziekenhuisprotocollen. Dit heeft de patiëntveiligheid in ziekenhuizen verbeterd. Toch lukt het niet altijd om protocollen volledig na te leven. De dagelijkse praktijk is daarvoor te wisselend – geen dag, patiënt of situatie is gelijk. Dit vraagt flexibiliteit en aanpassingsvermogen van zorgverleners. Door deze praktijkvariatie nader te beschouwen verkrijgen we inzicht in hoe zorgprofessionals erin slagen zich continu aan te passen aan de verschillende omstandigheden in hun dagelijks werk en welke afwegingen ze daarin maken.

Tweede fase afgerond: praktijk vergeleken met landelijke richtlijnen en ziekenhuisprotocollen

Eerder brachten we al de Nederlandse richtlijnen voor medicatieverificatie bij ontslag in kaart, daarover publiceerden we het nieuwsbericht Leren van variatie in de praktijk met Safety-II: nieuwe manier van kijken naar landelijke richtlijnen voor medicatieverificatie bij ontslag. Met het afronden van de tweede fase hebben we nu ook de ziekenhuisspecifieke protocollen bestudeerd én de praktijkvariatie na implementatie in kaart gebracht via interviews met betrokken zorgverleners.

Veilige zorg bieden vraagt veerkracht van betrokken zorgverleners

In de praktijk moeten zorgverleners vaak kiezen tussen grondigheid en efficiëntie. Er is vaak onvoldoende tijd om alle taken grondig uit te voeren. Soms is er te veel administratie, soms te weinig collega’s en soms werken ICT-systemen niet mee. Richtlijnen en protocollen zijn onvoldoende afgestemd op de complexiteit van de dagelijkse praktijk. Om veilige zorg te kunnen leveren moeten zorgverleners zich aanpassen aan de situatie van dat moment en veerkrachtig zijn. De praktijkvariatie die hierdoor ontstaat is soms juist noodzakelijk en geen teken van falen.

Ziekenhuisafdelingen zelf kwamen tot verbeterpunten patiëntveiligheid

Met behulp van de Functional Resonance Analysis Method (FRAM) hebben we, op een visuele manier, het proces zoals omschreven in richtlijnen en protocollen (Work-as-Imagined) vergeleken met de uitvoering in de praktijk (Work-as-Done). Verschillen en knelpunten die hieruit voortkwamen waren aanleiding voor reflecties en discussies in het verpleegkundig team over wat de gevonden praktijkvariatie betekent voor de veiligheid van patiënten.

Verbeterpunten worden al doorgevoerd in verschillende ziekenhuizen

Een aantal ziekenhuisafdelingen hebben inmiddels verbeteringen doorgevoerd, zoals een check of de benodigde medicatieoverzichten ook in het weekend worden meegegeven, het vroeg betrekken van de poliklinische apotheek bij complexe ontslagen met veel medicatie en het betrekken van familie bij het ontslagproces.