maandag, 3. februari 2020 - 8:08

In veel gemeenten nauwelijks langdurige woningleegstand

Kapotte ruit
Foto: fbf
Loppersum

Tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2019 was het aandeel leegstaande woningen ongeveer constant, namelijk 1 procent van het totaal. Tussen de 30 en 40 procent daarvan stond langdurig leeg. Het percentage leegstaande woningen was het grootst bij huurwoningen die niet in eigendom zijn van woningcorporaties. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS, bekostigd door het Interprovinciaal Overleg en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Op 1 januari 2019 stonden 91,5 duizend woningen administratief leeg, waarvan 36 procent, ongeveer 33 duizend woningen, langdurig. Dit zijn woningen die op twee peildata met een tussentijd van een jaar administratief niet in gebruik waren, terwijl in die tussenperiode geen sprake is geweest van een substantieel energieverbruik. De leegstand wordt alleen gemeten voor woonruimten met een eigen toegang vanaf de openbare weg. Hieronder vallen vrijstaande woningen en flat- of portiekwoningen, maar ook studentenhuizen. 

Het percentage leegstaande woningen is tussen 2016 en 2019 gelijk gebleven op 1. In die periode was de absolute leegstand het hoogst op 1 januari 2017, met 98,5 duizend woningen. Het aantal woningen dat op dat moment langdurig leegstond, 32,4 duizend, was daarentegen na 2018 het laagst. Het aantal woningen dat jaarlijks bij de woningvoorraad kwam door nieuwbouw en woningtransformaties was steeds hoger dan het aantal woningen dat langdurig leegstond. In 2018 was sprake van 13 duizend toevoegingen door transformaties, en bijna 67 duizend toevoegingen door nieuwbouw.

Bij twee derde gemeenten nauwelijks langdurige leegstand

Bij een vijfde van de gemeenten lag het percentage administratieve woningleegstand op 1 januari 2019 boven de 1 procent. Het percentage woningen dat langdurig leegstond was in twee derde van de gemeenten afgerond 0 procent.

Op 1 januari 2019 hadden 33 van de 40 gemeenten in krimpregio’s te maken met een langdurige leegstand van 1 procent of hoger. In de overige regio’s was dat het geval bij een kwart van de gemeenten. In twee vijfde van de gemeenten met minder dan 30 duizend inwoners stond 1 of meer procent van de woningen langdurig leeg. In de gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners was dit minder vaak het geval: 1 op 5. Onder deze grote gemeenten met relatief veel langdurige leegstand vallen de drie grootste gemeenten; Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Categorie:
Provincie:
Tag(s):