woensdag, 8. december 2021 - 15:07 Update: 08-12-2021 15:07

OM seponeert zaak waarbij huisarts uitvoering euthanasie overliet aan physician assistant

Foto van euthanasie | fbf
Foto: fbf
Den Haag

Het College van procureurs-generaal heeft besloten geen vervolging in te stellen tegen in een zaak waarbij een huisarts euthanasie overliet aan een bij de ambulance werkzame physician assistant. Beiden krijgen een sepot. Deze beslissing volgt na een oriënterend onderzoek van het Expertisecentrum Medische Zaken (EMZ) van het Openbaar Ministerie (OM).

In februari van dit jaar overleed een ernstige zieke vrouw van 54 jaar na euthanasie die werd uitgevoerd door een zogenoemde physician assistant (PA). Een PA is geen arts, maar een zorgverlener met extra bevoegdheden. Op de ochtend waarop de euthanasie zou plaatsvinden, had deze PA bij de patiënt een infuus aangelegd waarin de arts later die dag de euthanatica zou toedienen. Dit is een gebruikelijke werkwijze.

Het lukte de huisarts echter niet via dit infuus om het middel toe te dienen. Ze dacht dat het infuus niet goed doorliep en vroeg de ambulancedienst terug te komen. De PA die het infuus had aangelegd, constateerde dat het infuus wel goed doorliep. Daarop gaf de arts hem de euthanatica aan. De PA diende deze toe aan de patiënt die direct daarna overleed.

Oordeel Openbaar Ministerie

De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) oordeelde in juli dat de huisarts niet zorgvuldig had gehandeld. Dit oordeel is zoals gebruikelijk naar het OM gestuurd voor een strafrechtelijke beoordeling.

In deze zaak is de euthanasie niet uitgevoerd door de arts, maar door de PA. Hoewel de RTE alleen bevoegd is een oordeel te geven over een euthanasie die is uitgevoerd door een arts, verklaarde de RTE zich in deze zaak toch bevoegd. Het OM meent dat de RTE niet bevoegd was in deze zaak, maar is het wel eens met de RTE dat de arts niet zorgvuldig heeft gehandeld.

Dit heeft geleid tot een onderzoek waarbij zowel de arts als de PA zijn gehoord. Tijdens zijn verhoor gaf de PA aan niet geweten te hebben dat hij deze handeling niet mocht uitvoeren. Als PA mag hij namelijk meer medische handelingen verrichten dan bijvoorbeeld een verpleegkundige. Daarnaast was sprake van een acute situatie en werden de middelen hem aangegeven door de huisarts.

Op basis van de resultaten uit het onderzoek, heeft het College besloten de arts en PA niet te vervolgen. De belangrijkste reden hiervoor is dat er, behalve de uitvoering, geen enkele twijfel bestaat over de correcte naleving van de overige zorgvuldigheidseisen van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). Het verwijt in deze zaak is dan ook niet dát er iemand is overleden, maar dat de euthanasie door een onbevoegd persoon is uitgevoerd.

De arts en PA begrijpen dat er een fout is gemaakt en hebben toegezegd in de toekomst de juiste procedure te zullen volgen. Het OM acht het gevaar voor herhaling gering, ook omdat bij de ambulancedienst waar de PA werkzaam is, de instructies inmiddels zijn aangepast. De PA is volgens het OM niet strafbaar. Hij was ter plaatse gekomen omdat er problemen waren met het infuus. In dit bijzondere geval, waarin sprake was van een acute onverwachte situatie, kon van de PA niet worden verwacht dat hij wist dat hij niet bevoegd was het leven van de patiënt te beëindigen. Hij kan daarom een beroep doen op zogenoemde rechtsdwaling. De zaak tegen hem is onvoorwaardelijk geseponeerd. 

Het OM vindt dat de huisarts beter had moeten weten. Zij had de middelen niet aan de PA mogen geven. Het OM heeft de huisarts om die reden een voorwaardelijk sepot opgelegd met een proeftijd van 1 jaar.

Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat de huisarts het formulier voor de RTE fout had ingevuld. Zo noteerde zij dat zij de euthanasie zelf had uitgevoerd, terwijl dit de PA was. Desgevraagd gaf de huisarts aan dat zij het betreffende formulier al voorafgaand aan de euthanasie op haar praktijk ingevuld en zij er nadien niet meer aan heeft gedacht dit aan te passen. In haar formulier had de huisarts wel globaal vermeld dat de ambulancedienst een rol had bij de uitvoering van de euthanasie. Toen hierover door de RTE nadere vragen werden gesteld, had de huisarts naar waarheid verteld dat niet zij maar de PA de middelen had toegediend. Gelet hierop acht het OM geen overtuigend bewijs aanwezig dat de arts de opzet heeft gehad de RTE via het formulier onjuist te informeren. De arts is erop gewezen dat een zorgvuldige toetsingspraktijk afhankelijk is van het verstrekken van volledige en juiste informatie aan de RTE.

Categorie:
Provincie: