woensdag, 31. augustus 2022 - 14:21 Update: 31-08-2022 14:32

Verdachte opgepakt voor dodelijke schietpartij Indianapolis op Nederlandse commando's

simmie-poetsema-commando-links-op-foto
Foto: Ministerie van Defensie
Den Haag/Indianapolis

De politie heeft in de Verenigde Staten een verdachte aangehouden voor de schietpartij van afgelopen weekeinde op de drie Nederlandse commando’s waarbij de 26-jarige korporaal der 1e klasse Simmie Poetsema zwaar gewond raakte en in de nacht van zondag op maandag 29 augustus aan zijn verwondingen is overleden. Dit meldt het ministerie van Defensie woensdag.

Naar Nederland

'Het stoffelijke overschot van de overleden commando en beide gewonde collega’s van Simmie Poetsema (links op de foto met zonnebril) worden nog deze week naar Nederland gebracht', aldus het ministerie.

Drie rechercheurs Koninklijke Marechaussee naar Indianapolis

De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin heeft eerder in een telefoongesprek met Ollongren zijn medeleven betuigd. Daarnaast zegde hij haar alle hulp toe bij het onderzoek naar de toedracht van de schietpartij. De lokale politie voert dat uit. Verder zijn drie rechercheurs van de Koninklijke Marechaussee naar Indianapolis gereisd om zelf informatie in te winnen.  

Minuut stilte

Op de thuisbasis van de commando’s in Roosendaal hebben de groene baretten uitvoerig stilgestaan bij het verlies van hun maat. Er is onder meer een minuut stilte gehouden. Verder is er een stilteplek ingericht. Daar is afgelopen dagen veel gebruik van gemaakt.

Evacuatie-opdracht in Kabul

Simmie staat bij ‘zijn’ korps bekend als iemand die vooral anderen wilde helpen. Zo bewees hij zijn eenheid grote diensten toen hij naar het Afghaanse Kabul werd gestuurd voor de evacuatie-opdracht vorig jaar. Terwijl de chaos rond het vliegveld opliep was het onder andere Simmie die op inventieve wijze een nieuwe toegangsweg naar de luchthaven creëerde. Daardoor waren de commando’s in staat honderden Nederlandse staatsburgers en Afghanen te evacueren.

Categorie:
Provincie:
Blik op 112: