Wanneer we eten lijkt namelijk minstens zo belangrijk als wat we eten. Deze conclusie volgt uit een review en vergelijkend onderzoek dat onder leiding stond van voedingsdeskundige Gerda Pot van de Vrije Universiteit Amsterdam en King’s College London.
Verstoring cyclus
Terwijl het meeste onderzoek zich richt op wat we moeten eten, is het moment waarop we eten ook van grote invloed op stofwisselingsstoornissen als diabetes type 2 en obesitas. Onregelmatig eten – het overslaan of verplaatsen van maaltijden – verstoort de 24-uurscyclus van ons lichaam en daarmee ook de processen die trek, spijsvertering en de opname van vet, cholesterol en glucose regelen.
Nationale voedingsrichtlijnen zouden daarom een grotere focus moeten leggen op wanneer er op een dag moet worden gegeten, niet alleen op wat, vinden de onderzoekers. Vooral nu mensen meer onregelmatig werken en geschat wordt dat 80 procent van de Europese bevolking leidt aan een ‘sociale jetlag’: het leven en eten naar de sociale klok in plaats van de biologische.
Niet-waterdichte aannames
De onderzoekers pleiten voor meer onderzoek naar dit onderwerp. “We weten veel over wat we moeten eten, maar nog niet welke maaltijd de meeste calorieën moet bevatten. Hoewel het eten van veel calorieën laat op de dag geassocieerd wordt met obesitas, is dit nog niet honderd procent bewezen. Het is nog onduidelijk of onze energietoename gelijk moet worden verdeeld over de gehele dag of dat het ontbijt het zwaarst moet zijn, gevolgd door de lunch en het diner”, vertelt Pot.
Huidige aannames over gezonde eetpatronen zijn dus nog lang niet waterdicht. Zo gaan veel diëten uit van het idee dat het frequent eten van kleine hoeveelheden een positief effect heeft op trek en gewicht. Maar sommige studies tonen juist een verband tussen het nuttigen van veel van deze maaltijden op een dag en overgewicht.
Samen eten
Daarnaast is het ook belangrijk om te kijken naar het eetgezelschap. Uit onderzoek blijkt namelijk dat gezamenlijk eten leidt tot regelmatiger, vast eetpatroon. Altijd alleen eten vertaalt zich vaak in ongezonde gewoontes, zoals een grotere inname van kant-en-klaarmaaltijden, snacken en het overslaan van maaltijden.